
In de Senaat verzette het Vlaams Belang zich deze week, net als de SP.a en de N-VA, tegen de zogenaamde ‘afkoopwet’. Die wet bepaalt dat het parket voor bepaalde misdrijven een minnelijke schikking kan voorstellen. Op die manier kunnen fraudeurs, witwassers, inbrekers en andere criminelen op elk moment hun proces afkopen. Zolang er geen definitieve uitspraak is, kunnen zij het op een akkoordje gooien met de openbare aanklager. Gevolg is dat zij niet worden veroordeeld en dus over geen strafblad beschikken. Vlaams Belang-senator Bart Laeremans noemde het voorliggende ontwerp onethisch: “Wie voor zedenfeiten wordt veroordeeld, verliest (tijdelijk) zijn burgerrechten. Bij een minnelijke schikking ontloop je die sanctie, omdat het misdrijf dan nooit heeft plaatsgevonden.”
De omstreden wet werd eerder al goedgekeurd in de Kamer, waar Hagen Goyvaerts de bezwaren van het Vlaams Belang op een rij had gezet. Goyvaerts citeerde er Karel Van Cauwenberghe, de voorzitter van de Belgische vereniging voor onderzoeksrechters. Van Cauwenberghe nam in De Tijd (04.03.2011) geen blad voor de mond en toonde zich zeer verontrust over deze uitholling van de onafhankelijke rechtspraak. “Het is toch wel een bizarre manier van werken,” zei Van Cauwenberghe. “Wie rijkgevulde zakken heeft, zal zijn proces kunnen afkopen. Dit zijn de happy few. Maar wat met de andere verdachten in dezelfde zaak, die niet kunnen betalen? Zij riskeren nog wel een veroordeling en een celstraf. Zo creëer je parallelle rechtspraak.” Hagen Goyvaerts verweet de meerderheid een gebrek aan ernstig parlementair werk: “We wisten al dat dit land om zijn surrealistische traditie in de schilderkunst bekendstond. De voorliggende wijzigingen zijn echter geen surrealisme meer. Zij zijn gewoon onzorgvuldig werk.”
De ontslagnemende meerderheid probeerde de wet over de minnelijke schikking op een drafje door te duwen onder de noemer ‘diverse bepalingen’, maar dat was donderdag zonder de oppositie in de Senaat gerekend. Een verenigd oppositiefront slaagde er immers in de behandeling van het wetsvoorstel uit te stellen, zodat het alsnog ten gronde kan worden besproken en aangepast.