Persberichten
vrijdag, 18 okt 2019

Vlaams Belang dient wetsvoorstel in om verkoop van lachgas aan banden te leggen

Het gebruik van lachgas als roesmiddel of partydrug is een groeiend probleem. De jongste maanden vielen er reeds verscheidene incidenten en ongevallen te noteren die in verband gebracht kunnen worden met het gebruik van distikstofmonoxide – beter gekend als lachgas. Verscheidene gemeentes en steden in het land zijn reeds overgegaan tot lokale maatregelen om de verkoop van het product aan banden te leggen. Deze week nog was het de beurt aan de Brusselse gemeente Evere, die er zich over beklaagde dat de federale wetgever in dit dossier in gebreke blijft.

Vooral bij jongeren zit het gebruik van lachgas in de lift. De prijs van lachgas is heel laag in vergelijking met andere substanties die als drug worden gebruikt. Zo varieert de kostprijs van een individueel patroon tussen € 0,50 en € 1, waardoor prijsdrempel voor potentiële gebruikers zo goed als onbestaande is.

Het gebruik van lachgas is niet enkel schadelijk voor de gezondheid (het zorgt op korte termijn voor zuurstoftekort in de hersenen, en op langere termijn voor neurologische stoornissen en zelfs verlammingsverschijnselen), het is ook bijzonder gevaarlijk in het verkeer. Uit een Nederlands onderzoek blijkt dat er in de eerste zeven maanden van dit jaar in Nederland maar liefst 960 verkeersincidenten zijn geweest waarbij lachgas in het spel was.

Daarom diende het Vlaams Belang in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een wetvoorstel in om de verkoop van lachgas aan minderjarigen te verbieden. De partij wil daarmee het toenemende misbruik van lachgas als ‘nieuwe’ partydrug aan banden leggen.

Het Vlaams Belang beperkt zich echter niet tot een verkoopverbod aan minderjarigen. “Wie het steeds groter wordend probleem bij jongeren écht wil aanpakken, kan en mag zich niet beperken tot enkel een ondergrens voor de leeftijd”, zegt volksvertegenwoordiger Steven Creyelman. “Daarom hebben we in ons voorstel ook verwerkt dat de particuliere verkoop in de toekomst enkel nog via de apotheek zou verlopen. Op die manier wordt er een zekere psychologische drempel ingebouwd bij potentiële kopers en kan de apotheker zelf zijn rol in de eerstelijnspreventie opnemen.”  Horeca-gebruikers blijven natuurlijk terecht kunnen in de voor hen bestemde groothandel.