
In een eerste reactie op het akkoord omtrent de financieringswet liet Vlaams volksvertegenwoordiger Joris Van Hauthem weten niet onder de indruk te zijn van het triomfalisme van de Vlaamse onderhandelaars.
Er bestaan namelijk nog heel wat onduidelijkheden. Er komt dan wel een vorm van fiscale autonomie, maar deze bedraagt slechts één derde van wat in de Vlaamse resoluties geëist wordt, met name de volledige overheveling van de personenbelasting naar de deelstaten.
Franstaligen op hun wenken bediend
Wat de nog over te hevelen bevoegdheden betreft en vooral de financiering ervan, is ook hier de onduidelijkheid troef. Niemand weet in hoeverre Vlaanderen daadwerkelijke hefbomen krijgt om inzake kinderbijslag, ziekteverzekering en arbeidsmarktbeleid een echt beleid te voeren. Wel duidelijk is dat de kinderbijslag de facto een gewestbevoegdheid wordt vermits ze in Brussel aan de GGC wordt toevertrouwd, iets wat de CD&V altijd zei te hebben ‘bestreden’. Niet dus.
De Franstaligen daarentegen worden wel op hun wenken bediend:
– er komt gedurende tien jaar een compensatie van 500 miljoen euro. Dat geld zal voornamelijk door Vlaanderen worden opgehoest. Het gaat hier om een bijkomende transfer;
– Brussel wordt geherfinancierd a rato van 461 miljoen per jaar, alweer grotendeels opgehoest door Vlaanderen, zonder enige garantie op een beter bestuur of naleving van de taalwetten. Alweer een bijkomende transfer;
– het Franstalig onderwijs wordt bijkomend gefinancierd op basis van de “behoeftefinanciering voor de gemeenschappen”. Ook hier dreigt een bijkomende transfer.
– de kinderbijslag is geen aangelegenheid meer van de gemeenschappen, maar van de gewesten, waardoor het Brussels Gewest nog wordt versterkt.
Miljarden in ruil voor peulschil
Vlaanderen dreigt met andere woorden alweer het gelag te betalen. In ruil voor een peulschil wordt Vlaanderen opgezadeld met bijkomende transfers bovenop de reeds bestaande overdrachten. Het Brussels Gewest wordt versterkt, en inzake bevoegdheidsoverdrachten is het allerminst duidelijk wat de beleidsruimte van Vlaanderen zal zijn.
Indien de Franstaligen terecht beweren dat noch Wallonië en Brussel, noch het federale niveau verarmen, weet men meteen wie de klos zal zijn.