Wars van alle logica hoest Vlaanderen jaarlijks zo’n tien miljoen euro op om het Franstalig onderwijs binnen zijn grenzen te financieren. Bovendien worden deze subsidies verstrekt zonder dat de Vlaamse overheid ook maar enigszins kan controleren of bedoelde scholen wel voldoen aan de wettelijke criteria.
Wordt in die scholen vanaf het derde leerjaar enkele uren Nederlands onderwezen, zoals eigelijk is verplicht? Blijft het onderwijsaanbod beperkt tot kinderen van wie de huistaal het Frans is én in de betrokken gemeenten wonen of kunnen er – tegen de afspraak – ook anderen terecht? Zijn de voor de Vlaamse scholen opgelegde ‘eindtermen’ wel degelijk opgenomen? Het zijn allemaal vragen waarop men het antwoord schuldig moet blijven, gezien de Franstaligen reeds jaren weigeren om de Vlaamse overheid haar normale controlerende taak te laten uitvoeren. De hardnekkige tegenwerking van de Franstaligen wettigt in ieder geval het vermoeden dat een en ander niet loopt zoals het hoort en de faciliteitenscholen zelfs dienst doen als regelrechte verfransingsmachine.
In het Vlaams regeerakkoord (2004) werd de duidelijke verbintenis aangegaan om tegen 1 januari 2006 een oplossing te vinden voor de problematiek van de pedagogische en taalinspectie in het faciliteitenonderwijs. Indien tegen deze datum geen deugdelijke regeling met de Franstaligen tot stand zou gekomen zijn, zouden maatregelen worden genomen. Uit het antwoord dat minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke verstrekte op een actuele vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Luk Van Nieuwenhuysen, blijkt evenwel dat van deze belofte niet veel in huis is gekomen. De enige verwezenlijking bestaat uit de opmaak van een inventaris van verplichtingen van beide gemeenschappen inzake het faciliteitenonderwijs. Voor het overige staat de minister even ver dan de vorige regering: nergens.
Ook in dit dossier wordt nogmaals aangetoond dat de verbintenissen van de Vlaamse regering inzake communautaire dossiers met een stevige korrel zout moeten genomen worden. De beloofde splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde verdween onverwijld naar de koelkast, de studie naar de mogelijke oprichting van een tweede Vlaams ziekenhuis in Brussel werd tersluiks afgevoerd, het voornemen om het straatbeeld in de Rand te vervlaamsen blijft zo goed als onuitgevoerd,… En sinds vandaag weten we dat de verbintenis om tegen 1 januari van dit jaar tot een oplossing te komen voor het faciliteitenonderwijs, blijkbaar niet al te letterlijk moet worden genomen.
De conclusie die uit een en ander moet worden getrokken, is dan ook voor de hand liggend. De Vlaamse engagementen in het regeerakkoord zijn niet meer dan een façade en waren niet meer dan een poging om de Vlaamsgezinde kiezers te sussen.