
De Nederlandse winkelketen Hema, die ook in België een aantal filialen heeft, moet een schadevergoeding van bijna 10.000 euro betalen aan Joyce Van Op den Bosch. Het tijdelijke contract van het Genkse meisje dat zich tot de islam bekeerde en zich sindsdien Lemia laat noemen, werd niet verlengd omdat ze weigerde haar hoofddoek af te doen. En er waren daarover klachten gekomen van klanten. De zaak liet in 2011 heel wat stof opwaaien. Hema had Van Op den Bosch nog een job in het magazijn aangeboden, maar daar ging ze niet op in. Ze stapte naar de rechtbank en krijgt nu – gedeeltelijk – gelijk.
Discriminatie?
Volgens de arbeidsrechtbank had Hema “geen duidelijk neutraliteitsbeleid” (wat het dragen van uiterlijke kentekenen van een religieuze of politieke overtuiging verbiedt op de werkvloer) en dus ook “geen gegronde reden om de vrouw op basis van haar geloofsovertuiging te ontslaan.” Wat dat eerste punt betreft, heeft de rechtbank wellicht gelijk, maar bij het tweede punt is betwisting zeker mogelijk. Joyce Van Op den Bosch werd niet ontslagen ‘op basis van haar geloofsovertuiging’, maar omdat ze weigerde haar hoofddoek af te doen. Met het vonnis wekt de arbeidsrechtbank minstens de indruk dat ze de visie van radicale moslims onderschrijft, die beweren dat het dragen van een hoofddoek een religieuze plicht is voor meisjes en vrouwen. Niet juist en zeker niet verstandig. Want zo geef je het signaal dat alleen een vrouw met een hoofddoek een fatsoenlijke vrouw en een goede moslima kan zijn. De fundi’s van Sharia4Belgium zullen het graag horen.
Overwinning?
Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding juicht het vonnis toe en ook Joyce Van Op den Bosch reageert opgetogen. “Het ging me niet om het geld,” zegt ze, “maar om mijn gelijk.” (Het Belang van Limburg, 03.01.13)
“We leven toch in België? Aan alle andere moslima’s zeg ik: blijf geloven in de hidjab (hoofddoek, red.). Dit is een stukje van onze identiteit.” De bekeringsijver van de moslimbekeerlinge valt andermaal op.
Van Op den Bosch heeft dan wel – een beetje – gelijk gekregen én een pak centen, of het ook een overwinning is voor ‘haar zaak’ is nog maar de vraag. “Ik denk dat deze uitspraak voor heel wat ondernemingen aanleiding zal geven om een duidelijk neutraliteitsbeleid uit te werken. Heel wat bedrijven hebben dat op dit moment nog niet”, zegt professor Arbeidsrecht Roger Blanpain. Meer bedrijven zullen dus kiezen voor een duidelijke gedrags- en kledingcode. En dat is een goede zaak. Als een moslima er niet aan de slag kan omdat ze kiest voor de (vermeende) kledingcode van de islam of zich vrijwillig onderwerpt aan de gekke eisen van moslimmannen, is dat in elk geval haar éigen keuze.