
Onze verontschuldigingen voor een taalgebruik dat je hier doorgaans niet zal aantreffen, maar het zijn wel de enige woorden die passen bij de lafheid die sommige vrouwen – vaak zelfverklaarde ‘feministes’ – tentoon spreiden in het oplaaiende debat over allochtoon seksisme in de multiculturele wijken van Brussel en andere steden. De domheid, blindheid of naïviteit van sommige vrouwen is zo mogelijk nog erger dan de intimidatie van hitsige allochtonen…
“Hé, lekker wijf”
De Nederlandse journaliste Cisca Dresselhuys schreef dat ze “heel vrolijk” werd, toen ze onlangs door twee jonge Marokkanen op straat werd nageroepen: “Hé, lekker wijf! Ik had een grote zonnebril op en was net naar de kapper geweest. Vandaar.” Dresselhuys is voormalig hoofdredacteur van ‘Opzij’, ooit hét lijfblad van het radicale feminisme. Hilde Sabbe (Het Laatste Nieuws) zit zowat op dezelfde golflengte als ze in een column een Argentijnse vriendin opvoert die maar wat blij is met de aandacht die ze van jonge allochtonen krijgt in Brussel. Nu kan een beetje aandacht wel leuk zijn, de eerste keer. Maar er wonen en constant belaagd of uitgescholden worden, is nog een ander paar mouwen. Annelies Van der Veer, een journaliste mét ballen, schrijft in de Nederlandse ‘Metro’ dat vrouwen wegvluchten uit Brussel. Omdat ze er niet meer tegen kunnen dagelijks op straat nageroepen en nagesist te worden door mannen die van huis uit niet hebben meegekregen hoe ze zich normaal dienen te gedragen ten opzichte van vrouwen. “Hier is wat anders aan de hand dan het vrolijke geflirt wat veel vrouwen wel leuk vinden.”
Stop het relativeren
Annelies Van der Veer ergert zich mateloos aan de relativeringsdrang. “Het is maar een kleine groep mannen die het doet. Zal best, maar wel een groep die niet slinkt. Net zo min als de groep vrouwen die zich, vrijwillig of niet, van top tot teen bedekt. Zie je het verband? Nu pas? Bedekt = meer ‘respect’! Zo luidt hun opvoeding in een notendop.” Van der Veer gaat het culturele en religieuze aspect niet uit de weg en wijst dus ook op het verband met hoofddoeken en het linkse pleidooi voor vrije hoofddoekdracht altijd en overal.
“F**cking hoofddoek”
De hoofdvogel wordt in Humo afgeschoten door een zekere Dorothée Van den Berghe, regisseur. Zij is in de ban van de exotische schoonheid van de hoofddoek. “Die Marokkaanse meisjes in de metro zien er altijd zo verleidelijk uit. Die hoofddoek legt de nadruk op hun ogen en lippen, en ze hebben vaak heel lange nagels.” De hoofddoek als sekssymbool. Waarom draagt naïeve Dorothée er dan zelf geen?
Ebru Umar, een journaliste van allochtone afkomst, windt er in ‘Metro’ geen doekjes om. Ze stelt dat je als vrouw volgens de islam ook mag meedoen aan de samenleving, maar je moet je wel aan de ‘dresscode’ houden, en de hoofddoek is daar een onderdeel van. “De islam – zelfs de zogenaamde ‘verlichte islam’ – stelt dat mannen en vrouwen niet gelijkwaardig zijn. Het zijn nooit mannen die een hoofddoek moeten dragen. Het zijn nooit mannen die niet naar school mogen. Het zijn nooit mannen die geen auto mogen rijden. Het zijn nooit mannen die orders moeten aannemen. Het zijn nooit mannen die een boerka moeten dragen. Het zijn nooit mannen die ontkend worden in hun bestaan, emoties en grondrechten. Het zijn nooit mannen die uit naam van een godsdienst gediscrimineerd worden.”
Eigen keuze?
Umar, een vrouw met pit zullen we maar zeggen, gaat op haar strijdvaardige elan verder. “Vandaar dat vrouwen ‘vrijwillig’ een hoofddoek opzetten. Net zo vrijwillig als meisjes die voor loverboys (pooiers) vallen. Of Oost-Europese vrouwen die op de wallen eindigen (de beruchte prostitutiebuurt aan de Amsterdamse grachten). Ja, die vrouwen bepalen dat allemaal zelf. De hoofddoek is emancipatie, zoals seks met vreemden tegen betaling waar je zelf geen cent van terugziet ook emancipatie is. Ik denk dat een hoer met hoofddoek een gat in de markt zou zijn…” Au. Die striemende kritiek moet bij bange feministes als Hilde Sabbe en Dorothée Van den Berghe hard aankomen.