
Enkele dagen geleden hield de Nederlandse hoogleraar micro-economie, Joop Hartog, zijn afscheidscollege aan de Universiteit van Amsterdam. Dat ging niet onopgemerkt voorbij, aangezien de grote lijn van zijn betoog erin bestond dat Nederland ondertussen vol is en door immigratie – die economisch niets opbrengt – alleen maar voller raakt.
De hoogleraar micro-economie gaf toe dat de academische wereld zich (in het verleden?) wel eens ongemakkelijk voelde om de dingen bij hun naam te noemen uit angst om in het kamp van ‘extreemrechts’ te worden geplaatst. Die angst is kennelijk ook vandaag nog niet helemaal weggeëbd, getuige daarvan de zinsnede dat hij houdt van “de variatie en van de diversiteit die een gemengde bevolkingssamenstelling brengt.” In het vervolg van zijn betoog komt hij evenwel ter zake: “Ik gun iedereen zijn persoonlijk geluk en zijn welvaart. Maar ik ben tegen de aantallen, niet tegen de individuen.” Dat het wel degelijk over grote aantallen gaat, mag blijken uit de berekening van Hartog dat Nederland de voorbije decennia in verhouding drie keer meer immigranten over de vloer kreeg dan een traditioneel immigratieland als de Verenigde Staten.
Deze ongebreidelde immigratie en de bevolkingsgroei die eruit voortvloeit zorgt – naast moeilijkheden op het vlak van integratie – voor tal van problemen. Denken we maar aan de wachtlijsten in de sociale huisvesting en in de gezondheidszorg, stijgende huur- en grondprijzen, overbelast openbaar vervoer, dichtslibbende wegen, overbevolkte steden en groeiende milieuproblemen. Dat alles terwijl de economische voordelen van immigratie eigenlijk onbestaande zijn. De Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) berekende eerder dat de immigratie de Nederlandse werknemers 3 procent nadeel opleverde en de kapitaaleigenaren er 3,14 procent op vooruit gingen, wat een positief saldo oplevert van 0,15 procent van het nationaal inkomen.
Als de baten van immigratie zo gering en zo onzeker zijn, is het onwaarschijnlijk dat ze de kosten van de oplopende bevolkingsdichtheid – “schade aan het milieu, congestie, lawaai, wellicht zelfs psychische schade en oplopende criminaliteit” – zullen overtreffen, zo stelde Hartog nog. “We wisten dat hoge bevolkingsdichtheid schadelijk was, we wisten dat immigratie niks oplevert, waarom hebben we het dan toch laten gebeuren?”, vroeg de hoogleraar micro-economie zich tenslotte af. En hij wees meteen met een beschuldigende vinger naar de politieke wereld die hij beschuldigde van “decennialang glashard liegen.” Een analyse die er mag zijn en zonder meer van toepassing is op de Belgische situatie. Het enige verschil is natuurlijk dat onze noorderburen de voorbije jaren hun beleid hebben aangescherpt, terwijl in dit land de immigratiepoorten wagenwijd blijven openstaan. Ook al vraagt ondertussen zowat iedereen zich af waarom ‘we’ dit laten gebeuren…