Precies één jaar na het bloedbad bij Charlie Hebdo pakte het Vlaams Belang uit met een eigen nummer van het satirische blad. Met spotprenten en sarcasme wilden (en willen) we de hypocrisie aankaarten die er in de nasleep van de aanslag mee gepaard ging.
De media en de machtspolitici waren er na de aanslagen in Parijs als de kippen bij om zichzelf tot ‘Charlie’ om te dopen. Een jaar later blijkt de ‘Charlie-manie’ te zijn gesmolten als sneeuw voor de zon. Politici verdringen zich opnieuw op de parlementaire bühnes om te zeggen hoezeer de aanslagen in Burkina Faso, Jakarta, Nigeria of Parijs niets te maken hebben met de islam. Telkens klinkt hetzelfde refrein. Aanslagen, moorden, de wreedheden van IS? Dat is allemaal niet de ware islam. Durf te vragen dat de zogenaamd vreedzame ware islam wil opstaan, en je bent een islamofoob. Durf te zeggen dat de integratie van de moslim-immigranten mank loopt, en je bent een racist.
En journalistiek Vlaanderen stapt maar al te graag mee in deze mars van de politiek-correcte zwijgplicht. Spreekrecht wordt enkel nog gegund aan degenen die zich schikken naar het consensusdenken. Uit zelfhaat, gecombineerd met een ongeziene naïviteit, wordt de waarheid die men niet wil horen als een belediging beschouwd. Het debat smoren is heilig, het aangaan des duivels. De waarschuwingen van onze partij bleken in het licht van wat in de redactielokalen van Charlie Hebdo is gebeurd nochtans bijzonder voorspellend. Wanneer wij waarschuw(d)en voor islamfundamentalisten die onze manier van leven en onze grondrechten willen omverwerpen, dan namen we het ook op voor een vrije en kritische pers.
Toch werd in navolging van de gebeurtenissen bij Charlie Hebdo, de raid in Verviers en de aanslagen van 13/11 het Vlaams Belang vakkundig geweerd van elk mediakanaal. Opiniebijdragen werden geweigerd, persmededelingen verticaal geklasseerd en parlementaire tussenkomsten weggeknipt. Niets is immers zo erg als de opgevoerde ‘vijand’ na jaren demoniseren alsnog gelijk te zien krijgen.
Toch nemen we het ook voor hen op. Een vrije en kritische pers behoort immers tot de fundamenten van onze rechtsstaat. Met Voltaire zeg ik het compleet met hen oneens te zijn, maar zal ik hun recht om te zeggen wat zij willen tot het uiterste verdedigen. De dag dat ook zij die houding ten aanzien van ons aannemen zal blijken dat de massaal gedeelde ‘Je suis Charlie-gekte’ geen vluchtig moment van opportunistisch gedeelde emotie was, maar een oprechte raison d’être.
Tom Van Grieken