Ondanks de economische triomfberichten van de regering gingen in de eerste twee weken van september niet minder dan 4.280 banen voor de bijl. Dat zijn er evenveel als bij de sluiting van Ford. Michels deuntje ‘jobs, jobs, jobs’ klinkt hoe langer hoe valser.
Axa: 650 ontslagen, Douwe Egberts: 274, MS Mode: 220, Caterpillar: 2.200… De lijst van bedrijven die afgelopen maand de Belgische deur toetrokken of massaal saneerden, is amper bij te houden. Rode draad doorheen de sociale bloedbaden is de torenhoge last op arbeid. Ironisch genoeg was net dat het strijdpunt van De Wever toen die in 2014 naar de kiezer trok. Alles moest wijken om het ondernemingsklimaat te optimaliseren en banen te creëren. Hoe verder de bestuursperiode vordert, hoe holler (ook) die belofte klinkt.
Cijfers van Eurostat bewijzen dit. Een uur arbeid is in dit land nog steeds 10 procent duurder dan in de buurlanden. Elke ondernemer weet dat hier het verschil wordt gemaakt in de bikkelharde concurrentiestrijd die vandaag woedt.
En hoewel de regering er alles aan doet om de oorzaak van de sociale rampspoed te wijten aan een gebrek aan innovatie, globalisering of extreem winstbejag is het toch opmerkelijk dat bedrijven vaak kiezen om net de Belgische bedrijfspoorten te sluiten en bijvoorbeeld niet de Nederlandse of de Duitse. Toeval is dat allerminst. Als grote wereldspelers verhuizen, is dat maar om één reden: de kostprijs. En die ligt in dit land nog steeds een pak te hoog.
Pleit het Vlaams Belang dan voor een race to the bottom, waarbij sociale rechten worden ontnomen en lonen gedecimeerd? Nee, alles behalve. Maar de torenhoge lasten op arbeid moeten naar omlaag. Met het geld dat Vlaanderen jaarlijks in de Waalse putten stort kunnen we de loonkosten structureel doen dalen, aansluiten bij het Europese koppeloton én ons welvaartsmodel behouden. Meer dan ooit is de keuze voor Vlaamse onafhankelijkheid een sociale keuze.
Tom Van Grieken