Persberichten
donderdag, 21 jun 2018

96.3% van Franstalige contractuele aanwervingen bij Brusselse OCMW’s in strijd met taalwetgeving

Het Taalrapport 2017 van de Brusselse vice-gouverneur toont opnieuw aan dat de taalwet in Brussel blijkbaar niet veel meer is dan een waardeloos vodje papier. Uit een analyse die het Vlaams Belang maakte blijkt dat 95% van de contractuele aanwervingen bij de OCMW’s flagrant in strijd is met de taalwetgeving.

Helaas stellen we vast dat het absolute dieptepunt in het totaal gebrek aan respect voor de taalwetgeving en voor de Nederlandstaligen in de hoofdstad nog steeds niet is bereikt.

De vicegouverneur kreeg voor het jaar 2017 voor de 19 Brusselse gemeenten en de OCMW’s in totaal 2.554  dossiers binnen. Hiervan waren er amper 449 legaal (in orde met de taalvoorschriften, de betrokkenen beschikten dus over het vereiste taalattest).  82.42 % van alle aanwervingen en benoemingen was dus niet in orde met de taalvoorschriften. In 2015 was dit 65,15 % en in 2014 60,9%.

Opgesplitst per taalgroep stellen we vast dat 51.20 % van de aanwervingen en benoemingen van Nederlandstaligen bij de Brusselse gemeenten en OCMW’s in 2017 illegaal was; en dat maar liefst 84.98% van de benoemingen en aanwervingen van Franstaligen illegaal was!

Zeker bij de Brusselse OCMW’s is de situatie een regelrechte schande. Daar is net geen 95% van de aanwervingen en benoemingen van Franstaligen flagrant in strijd met de taalwetgeving (tegenover 29.45% van de Nederlandstaligen). Bij de Franstalige contractuelen was zelfs meer dan 96.3% in strijd met de taalwetgeving.

Het aantal illegale benoemingen ligt voor wat de Franstalige ambtenaren betreft dus een flink stuk hoger dan bij de Nederlandstalige ambtenaren. Bovendien is de impact daarvan op de dienstverlening veel groter omdat het contingent Franstalige ambtenaren veel groter is dan het contingent Nederlandstalige ambtenaren.

Wanneer we de cijfers van de jongste 6 jaarverslagen naast elkaar leggen, kunnen we niet enkel dan vaststellen dat de situatie er jaar na jaar op achteruit gaat.

AANTAL ILLEGALE BENOEMINGEN BIJ DE 19 BRUSSELSE GEMEENTEN (statutair + contractueel)

2012: 58.11%
2013: 60.63%
2014: 60.95 %
2015: 65.15 %
2016: 67.19%
2017: 73.17%

AANTAL ILLEGALE BENOEMINGEN BIJ DE 19 BRUSSELSE  OCMW’s (statutair + contractueel)

2012: 79.73%
2013: 82.98%
2014: 86.12%
2015: 88.79%
2016: 89%
2017: 94.4%

Te vrezen valt dat zelfs deze dramatische cijfers nog te rooskleurig zijn in vergelijking met de realiteit. Sommige OCMW-besturen weigeren botweg hun beslissingen voor te leggen aan de vice-gouverneur (Stad Brussel, Elsene, Sint-Lambrechts-Woluwe, Vorst).

In heel dit verhaal dragen ook de Brusselse regering (voor de gemeenten) en het Verenigde College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (voor de OCMW’s) een verpletterende verantwoordelijkheid. Zij dienen de schorsingen die door de vice-gouverneur worden uitgesproken om te zetten in vernietigingen. Van de 2.105 aanwervingen en benoemingen in strijd met de taalwet in 2017, werden er… NUL vernietigd. Maar ook de verantwoordelijkheid van de federale regering en met name die van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) is enorm. Zowel de Vaste Commissie voor Taaltoezicht als de Raad van State hebben reeds bevestigd dat minister Jambon perfect een bijzonder toezicht in het leven kan roepen en de vernietigingsbevoegdheid kan overdragen aan de Brusselse vice-gouverneur. Ondanks expliciete oproepen hiertoe vanwege het Vlaams Belang heeft minister Jambon ook dat dossier helaas ver weg in de communautaire diepvriezer gestopt.

Het Vlaams Belang stelt dus vast dat het aantal onwettige benoemingen en aanwervingen jaar na jaar stijgt, maar dat de verantwoordelijke Brusselse en federale overheden blijven uitblinken in inciviek gedrag en weigeren de taalwetten toe te passen. De rechten van de Nederlandstaligen in de hoofdstad zijn voor hen blijkbaar nog minder dan een vodje papier.

Het spreekt voor zich dat het Vlaams Belang zowel in de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers als in het Brussels Parlement en de VVGGC hierover zal interpelleren.