Nieuws
dinsdag, 29 mrt 2022

“Fraude ongemoeid laten is onaanvaardbaar”

Een op vijf fraudedossiers wordt door het Brussels gerecht ongemoeid gelaten wegens een gebrek aan gespecialiseerde speurders. “Paars-groen zou van de strijd tegen fraude nochtans een topprioriteit maken”, zegt Kamerlid Marijke Dillen, die hierover minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) zal interpelleren. “Maar keer op keer krijgen we het bewijs van het tegendeel.”

De Brusselse procureur-generaal Johan Delmulle trekt vandaag in De Tijd aan de alarmbel. Het voorbije half jaar werden al 53 fraudedossiers niet meer onderzocht door de federale gerechtelijke politie van Brussel. “Dit is ongehoord. Zeker omdat het niet de eerste keer is dat Delmulle openlijk het tekort aan gespecialiseerd personeel hekelt. Dat gebeurde in september vorig jaar ook al eens”, aldus Dillen. “Fraudemisdrijven zijn bijzonder asociaal, of ze nu financieel, fiscaal of economisch van aard zijn. En ze dienen door politie en Justitie zonder meer als een topprioriteit behandeld te worden.”

“De aanpak van fraude was voor paars-groen een ‘speerpunt’… We zien het”

“We herinneren ons nog heel goed hoe minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) zijn partijgenote Annelies Verlinden moest terugfluiten nadat ze besloten had dat fraude door politiediensten niet meer als prioriteit diende te worden beschouwd”, vervolgt Dillen. “Van Peteghem greep toen in omdat Verlinden een berg van kritiek te slikken kreeg, ook van coalitiepartners. Maar helaas is hij in hetzelfde bedje ziek. Zijn zogenaamde doorgedreven strijd tegen fiscale fraude bleek in de realiteit een verzwakking. Antwoorden die Van Peteghem vorige maand gaf op vragen van collega Wouter Vermeersch over de aanpak van fiscale fraude brachten immers een vermindering van omzeggens 400 fiscale inspecteurs aan het licht.”

“Het is duidelijk dat fraudeurs, wat paars-groen ook moge beweren, zich in dit land niet al te veel zorgen hoeven te maken”, besluit Dillen. “En we dienen ons, gelet op de stiefmoederlijke behandeling van Justitie, in alle ernst af te vragen hoe erg het ondertussen gesteld is met de vervolging – of juist het ongemoeid laten - van andere soorten criminaliteit, zoals drugscriminaliteit, radicalisering, mensensmokkel of seksueel geweld. Ik zal de ministers hierover ondervragen.”