Interview
donderdag, 24 jun 2021

“Het Vlaams Belang krijgt minder persaandacht dan je zou verwachten”

Een onderzoek van de Universiteit Antwerpen over de coronaberichtgeving tijdens het voorbije jaar in de journaals van VRT en VTM leidde in april tot heftige reacties. Vooral omdat politicoloog Stefaan Walgrave en zijn collega Ine Kuypers in dit onderzoek de vergelijking maakten met verslaggeving in Rusland en China. De studie legde bloot dat de regering dominant in het nieuws aanwezig was en de oppositie nauwelijks of niet. In de berichtgeving over de coronapandemie - een ander nieuwsaanbod was er amper - kreeg de regering 98% van de spreektijd. We zochten professor Walgrave (UAntwerpen) op voor een gesprek over zijn spraakmakend onderzoek. 
 
Professor, in het rapport ‘de Nieuwsmonitor’ dat u onlangs voorstelde concludeert u dat de oppositiepartijen amper nog aandacht krijgen in de Vlaamse nieuwe uitzendingen. Hoe liggen de verhoudingen precies?  
 
De oppositie kreeg in de tien eerste maanden van 2020, want dat is de periode die we onderzochten, slechts drie percent van de spreektijd van alle politici toegemeten; in nieuwsitems die over corona gingen, was dat maar een goede anderhalve percent. In de top-20 van meest sprekende politici worden 15 van de 20 plaatsen ingenomen door ministers, 3 door burgemeesters, en 2 door partijvoorzitters - waarvan alleen Conner Rousseau (Vooruit) in een deel van de onderzoeksperiode tot de (federale) oppositie kon gerekend worden. Het is een constante in onderzoek, ook in andere landen en in andere tijden, dat de oppositie veel minder aan bod komt dan de regering - wat de regering doet is relevanter want dat heeft echt invloed op het leven van mensen. Maar in 2020 was de verhouding wel heel erg scheef. Normaal zitten de journaals op Eén en VTM aan een 15-tal percent spreektijd voor de oppositie. Er is overigens bijna nooit een verschil tussen beide Vlaamse nieuwszenders, ook niet in dit opzicht. 
 
Vormt dat vanuit democratisch oogpunt geen fundamenteel probleem?  
 
Het ging natuurlijk om zeer uitzonderlijke tijden. De coronapandemie creëerde een enorme urgentie voor de regeringen om te handelen, en de regeringsbeslissingen moesten uitgelegd worden (wat niet altijd goed lukte) en ze hadden ook een directe en nooit-geziene impact op het leven van de mensen (de avondklok was daar een voorbeeld van). Dus in die zin is het normaal dat er naar de regering wordt gekeken. In tijden van storm kijkt men vooral naar de kapitein. Je moet ook rekening houden met de wil en bereidheid van de oppositie om in het nieuws te komen. Je kan moeilijk van de TV-zenders vragen dat ze de oppositie tegen wil en dank voor de camera’s sleuren. Mijn indruk is, maar ik heb er geen empirisch bewijs van, dat de oppositiepartijen voor een stuk ook bewust hebben vermeden om in die eerste coronamaanden te veel over corona te communiceren en oppositie te voeren in de media. Het was eerder kop in kas en de regering de wind laten vangen, afwachten tot de storm zou overwaaien. Dus de oppositie kwam véél minder aan bod dan normaal, maar dat kan niet alleen de zenders verweten worden. 
 
Verder zou het een democratisch probleem zijn als die enorm scheve verhouding tussen regering en oppositie zou blijven duren, maar zulke uitzonderlijke, korte periode van 10 maanden gaat onze democratie wel overleven. We zijn trouwens op dit moment, in mei 2021, al helemaal naar de normaliteit aan het terugkeren. Mijn indruk is dat de oppositie terug als vroeger aan bod komt en dat het gewone spel van regering en oppositie hervat.  
 
Maar zonder het over de andere oppositiepartijen te hebben, kan toch moeilijk gezegd worden dat het Vlaams Belang vermeden heeft om in de parlementen en in de media over het coronavirus te communiceren? Onze fractie in de Kamer stelde tientallen vragen over de Covid-aanpak en er waren minstens evenveel tussenkomsten over de pandemiewet en in de Bijzondere Covidcommissie. De partij diende ook zelf een voorstel in tot instelling van een onderzoekscommissie. En onze fractievoorzitters Barbara Pas en Chris Janssens schreven samen zelfs een Corona Blunderboek, dat in bijna geen enkele krant veel aandacht kreeg. 
 
Zoals ik zei, is het mijn indruk, waarvoor ik overigens geen enkel empirisch bewijs heb, dat de oppositie stiller was dan anders, maar ik zou me kunnen vergissen, want ik haal ook het meest van mijn info over partijen uit de media. Het zou kunnen dat u gelijk hebt en dat de oppositie even actief was dan op andere momenten. Maar ik zou dat graag eerst empirisch onderzoeken en een systematische analyse maken van hoe het activiteitsniveau van de partijen tijdens de coronacrisis zich verhoudt tot hun activiteitsniveau ervoor en er na. Alleen daarna kunnen we echt uitspraken doen of de kleine aandacht voor de oppositie een keuze was van de media of door de realiteit was ingegeven. 
 
“Voor even leek het Vlaams nieuws op dat van Rusland of China” lezen we tevens in uw onderzoek. Is het zo erg gesteld?  
 
Dat is een boutade, die natuurlijk niet letterlijk mag worden genomen. Er is een wereld van verschil tussen het nieuws in die autoritaire regimes en het nieuws bij ons, zelfs in coronatijden. Maar het klopt wel dat ons nieuws voor korte tijd wat leek op wat die inwoners van die niet-democratische landen te zien krijgen: heel veel regering, nauwelijks oppositie. En misschien nog belangrijker: er was één interpretatie van de coronacrisis die in de journaals belicht werd en die was medisch. De dominantie van medische sprekers, in de volksmond ‘de virologen’ genaamd, was overdonderend. Daar werden nauwelijks andere experten tegenover gezet. Corona was een louter medisch probleem, van ziekte, ziekenhuizen, ICU’s, doden, vaccinaties etc. De sociale, psychologische, pedagogische kant ervan kwam veel minder aan bod. Die eenzijdigheid van het nieuws in de interpretatie van de pandemie is voor mij een veel ernstiger probleem dan dat de oppositie aan de kant bleef. Tegenover de virologen hadden wat meer tegenstemmen met erkende expertise mogen staan. 
 
Bij VRT en VTM werd uw rapport weggezet als ‘wereldvreemd’. Hoe reageert u op die reacties? 
 
Het is niet fijn als je harde werk, want het gaat hier om echt héél veel data over de inhoud van het nieuws (honderden en duizenden uren TV-journaals), bekritiseerd wordt. Maar academici leven van kritiek, en ik begrijp ze wel. Ons onderzoek gaat alleen over wat mensen te zien kregen, we hebben geen onderzoek gedaan naar hoe dat nieuws tot stand kwam, naar het productieproces en de soms moeilijke keuzes die de nieuwsmakers moeten maken. We zeggen in ons rapport bijvoorbeeld ook dat het nieuws eigenlijk ook thematisch te eenzijdig was, er was te veel corona en veel andere thema’s waren helemaal weg. Maar er was misschien ook gewoon geen ander nieuws, er waren minder verkeersongevallen, minder asielzoekers en dergelijke. Dus de maatschappelijke input waarmee journalisten nieuws maken, wijzigde ook.  
 
Ik denk dat de zenders dat vooral bedoelden als ze het over een ‘wereldvreemde’ studie hadden, dat we te weinig aandacht hadden voor de productiekant. Maar we hebben wel zeer meticuleus en juist in kaart gebracht welk nieuws de Vlamingen kregen. Vanuit de kijker bekeken, kun je ons rapport niet wereldvreemd noemen. Ook denk ik dat ons rapport wel degelijk invloed zal hebben, en dat er nog meer bewust naar de samenstelling van het nieuws over corona zal worden gekeken door nieuwsmakers. En dat was uiteindelijk onze bedoeling. 
 
In het verleden hebt u meermaals gesteld dat er wel degelijk zoiets bestaat als een ‘cordon mediatique’, waarbij de pers het Vlaams Belang stiefmoederlijk behandelt? Is dat vandaag nog zo volgens u?    
 
Ja, ik denk het wel. Van sinds zijn ontstaan heeft Vlaams Blok/Vlaams Belang minder aandacht gekregen dan je zou verwachten, niet alleen bij de VRT trouwens maar evenzeer bij VTM en ook bij de kranten. Die weinige aandacht heeft natuurlijk voor een stuk te maken met de permanente oppositierol van het Belang, de oppositie komt altijd en overal minder aan bod. Ook is het Vlaams Belang op dit moment nog steeds uitgesloten van regeringsdeelname, en dat maakt de partij ook minder relevant; wat ze zegt of doet heeft bijna per definitie geen beleidsimplicaties, ook niet in de nabije toekomst.  
Ik heb er geen recent onderzoek naar gedaan, we hebben de data wel degelijk want blijven de journaals systematisch volgen en analyseren, maar ik ben ervan overtuigd dat wat we een paar jaar geleden vonden ook nu nog zouden aantreffen. Het verschil zit hem wellicht nog meer in de duidingsprogramma’s dan in de journaals, en misschien nog het meest in de infotainmentprogramma’s. 
 
Zou u de Vlaamse pers - algemeen genomen - als onpartijdig catalogeren?  
 
Afgezien van de mindere aandacht voor het Vlaams Belang, is de Vlaamse pers zeker niet sterk partijdig. In andere landen hebben kranten, en in de grote ook de TV-stations, vaak een duidelijk politiek profiel. Dat is bij ons nog nauwelijks het geval. Als je gewoon kijkt naar de vermeldingen van de partijen bijvoorbeeld, moet je al een hele goede meetlat hebben, of een straffe bril, om de verschillen tussen de kranten te zien, of de verschillen tussen VRT en VTM. Dat ligt allemaal heel erg dicht bij elkaar. De kranten zijn in zeer grote mate ontzuild, en ze zijn niet, of nog niet, terug geaffilieerd geraakt met een bepaalde politieke stroming. Dat is één van de voordelen van de kleine Vlaamse mediamarkt: er zijn gewoon te weinig linkse of rechtse burgers om een lucratief groot persbedrijf op te baseren. Alle media zijn bij ons min of meer mainstream, en qua onpartijdigheid is dat een goede zaak. Het onderscheid tussen de media zit hem niet in de politieke stroming waar ze zich op richten maar in de verschillende doelpublieken qua opleiding, smaken en voorkeuren waar ze op mikken. 
 
U stelde in het rapport ook dat thema’s als migratie op de achtergrond geraakten in het nieuws, ondanks het feit dat ze de verkiezingen van 2019 domineerden. Kunt u dat wat meer duiden?   
 
Migratie was het thema dat de Vlamingen het meest bezighield bij de verkiezingen van 2019, dat bleek als we daarnaar vroegen in enquêtes rond de verkiezingen. Na de verkiezingen steeg het onderwerp zelfs nog wat hoger op de pikorde van problemen die burgers vermeldden. En dan kwam corona. Het blies alle andere thema’s weg uit de media, niet alleen migratie maar ook, mobiliteit, politiek en dergelijke. Zoals al gezegd, had dat voor een stuk ook te maken met het feit dat er gewoon minder nieuws over die onderwerpen te melden was. Er waren bijvoorbeeld zonder twijfel veel minder asielzoekers, wellicht is ook de criminaliteit gedaald, de files verdampten enzoverder. Dus migratie deemsterde weg in het nieuws, heel sterk zelfs want het daalde met 2/3de ten opzichte van de periode ervoor, maar voor zover dat ik dat kan weten was het geen maneuver van de redacties maar een gevolg van de realiteit, en van de enorme aandacht die ze aan corona wensten te geven.  
 
Opgetekend door Frederik Pas