Aandeel niet-Belgische beursstudenten stijgt, maar hun slaagcijfers liggen beduidend lager

Studenten in het hoger onderwijsĀ die niet over de Belgische nationaliteit beschikken enĀ die een studietoelage ontvangen,Ā scoren opvallend slechter dan Vlaamse beursstudenten. Dat blijkt uit eenĀ parlementaire vraagĀ van Vlaams Parlementslid Yves BuysseĀ (VlaamsĀ Belang) aanĀ OnderwijsministerĀ Ben WeytsĀ (N-VA).Ā Ook stijgt het aantal toegekende studietoelages aan niet-Europese vreemdelingen snel, vooral bij de jongeren met het statuut van vluchteling.Ā āDitĀ moet een alarmbel zijn om te streven naar een efficiĆ«nter hoger onderwijsā, aldus Buysse.Ā āDeĀ verleningscriteriaĀ voor niet-Europese studentenĀ moetenĀ dringend tegen het licht gehouden worden.ā
In het academiejaar 2019-ā20 kregen 59.548 studenten eenĀ studietoelageĀ van de Vlaamse overheid, waaronder ook 4.549 die niet de Belgische nationaliteit hebben. Aan studenten zonder Belgische nationaliteit werd een totaalbedrag van 10.252.540,50 euro uitgekeerd. Binnen die groep is 43% van niet-Europese oorsprong. En hoewel ze nog altijd een kleinere groep vormen vergeleken met de Vlaamse studenten, is de groep niet-Belgische beursstudenten aan het groeien met 22% vergeleken met het vorig academiejaar. Dit terwijl het aandeel van de studenten die wel de nationaliteit hebben slechts met 10% steeg. Volgens Buysse komt de algemene stijging ten dele door het inkantelen van de graduaatsopleidingen in de hogescholen vanaf dat jaar, maar dat is niet de enige verklaring.
āDeze disproportie is natuurlijk een gevolg van ons duur opengrenzenbeleidā
āDat wordt duidelijk door het grote aandeel in de groep niet-Belgen die recht heeft op een volledige financieringā, verduidelijkt Buysse verder. āZeker bij studenten met vluchtelingenstatuut is de stijging van 30 procent opmerkelijk, vooral bij diegenen van Syrische origine.ā Opmerkelijk is ook dat deĀ slaagcijfersĀ van niet-Belgen met toelage steevast lager liggen dan zij met de Belgische nationaliteit. āAls men kijkt naar de beursstudenten die gestart zijn in de academiejaren 2011-'12 tot en met 2015-'16, dan behaalt bij de niet-Belgen gemiddeld 51 procent vijf jaar later het bachelordiploma niet, iets wat men normaliter in drie jaar afwerkt.ā Bij de studenten met Belgische nationaliteit is dit 36 procent.
āDe Vlaamse belastingbetaler investeert dus in de studies van deze buitenlanders, maar onze samenleving krijgt er veel minder rendement op investering voor terug in vergelijking met onze eigen studentenā, zegt Buysse kritisch.
Voor het Vlaams Belang moeten studietoelagen voor niet-EU-burgers per definitie afgeschaft worden. Studietoelagen voor EU-burgers moeten tegen het licht worden gehouden in functie van een doelmatigheidstoets. āDe middelen die hierdoor zullen vrijkomen, kunnen ongetwijfeld beter besteed worden binnen ons onderwijsā, besluit Buysse.