Nieuws
woensdag, 11 mei 2022

Afgestudeerden Steineronderwijs presteren nog steeds zwakker in hoger onderwijs

Afgestudeerden uit het Steineronderwijs presteren nog altijd significant zwakker in het hoger onderwijs dan gemiddeld. In de professionele bachelors ligt het studierendement van Steiner-alumni 11 procentpunten lager dan de referentiegroep en in de academische bachelors ligt dit 3 procentpunten lager. Daarnaast daalt ook de deelnamegraad van Steinerleerlingen aan het hoger onderwijs. “Dit is verontrustend. Als we ons Vlaams kenniskapitaal willen opkrikken, dan moeten alle scholen mee, dus ook methodescholen zoals het Steineronderwijs”, verklaart Vlaams Parlementslid Roosmarijn Beckers. “Daarom zal het Vlaams Belang de aanvraag voor afwijkende eindtermen niet goedkeuren. We moeten inzake de onderwijskwaliteit een lijn trekken en die leggen we bij de Vlaamse eindtermen.”

Uit cijfers die Vlaams Parlementslid Roosmarijn Beckers opvroeg bij onderwijsminister Ben Weyts blijkt dat veel alumni uit Steinerscholen niet doorstromen naar het hoger onderwijs. Zo startte slechts 83% van de leerlingen die tussen de schooljaren 2014-’15 en 2019-’20 afstudeerden aan een ASO-school van het Steineronderwijs een bacheloropleiding. Voor andere ASO-leerlingen uit die periode was de participatiegraad 96,5%. Ook startten Steinerleerlingen veel minder aan een academische bachelor dan hun collega’s uit andere scholen (45% bij Steinerleerlingen, terwijl dit bij ASO-leerlingen in die periode op 69% ligt). De participatie van Steinerleerlingen in het hoger onderwijs is ook gedaald ten opzichte van de afstudeercohorte van drie jaar eerder. Toen lag de participatiegraad er nog op 87%. Bij de andere leerlingen is die hetzelfde gebleven.

Steinerleerlingen die doorstromen hebben gemiddeld ook een lager studierendement in het hoger onderwijs. Studierendement wordt hierbij verstaan als de verhouding van het aantal verworven studiepunten tegenover het totaal aantal opgenomen studiepunten. Het studierendement van Steiner-alumni lag met 71% in de professionele en 66% in de academische bachelors duidelijk onder de Vlaamse gemiddeldes van ASO-alumni van respectievelijk 82% en 69%. Ten opzichte van drie jaar eerder doen de Steinerleerlingen in de academische bachelors het net iets beter, maar de algemene kloof blijft toch duidelijk.

Roosmarijn Beckers reageert verontrust op deze cijfers. “Zolang de Vlaamse centrale proeven van minister Weyts nog niet zijn ingevoerd, blijft het studiesucces in het hoger onderwijs de belangrijkste indicator om de onderwijskwaliteit aan af te meten en hier schiet het Steineronderwijs al jaren tekort. Toch zijn hun leerlingenaantallen de laatste vijf jaar met een vijfde gestegen.”

“Alle scholen en dus ook die van het Steineronderwijs moeten de eindtermen respecteren”

Woensdag wordt in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement gestemd over de afwijkende eindtermen voor de 2de en de 3de graad secundair onderwijs van het Steineronderwijs. Het Vlaams Belang zal dan ook net als twee jaar eerder bij de vervangende eindtermen voor de eerste graad tegen stemmen. “Scholen mogen zelf hun pedagogisch project bepalen en daar zijn we niet tegen”, zegt Beckers. “Maar ze moeten wel de eindtermen respecteren waarvan we verwachten dat iedere leerling in Vlaanderen die onder de knie heeft.”

Het Vlaams Belang is in dat opzicht tegen ‘à la carte’ uitzonderingen op vlak van eindtermen. “Het is niet omdat bepaalde spelers beweren dat die niet passen binnen hun project dat we ze moeten aanpassen”, verklaart Beckers. “Temeer als niet gegarandeerd kan worden dat met die alternatieve eindtermen ook de onderwijskwaliteit en de doorstroomkansen voor de leerlingen kunnen worden bewaard. Indien we de Vlaamse onderwijskwaliteit willen verbeteren, dan moet iedere onderwijsspeler hier mee de schouders onder zetten.”