Getuigenissen atletiekwereld leggen dieper machtsmisbruik bloot
In de Commissie Sport van het Vlaams Parlement kregen vandaag olympisch kampioene Nafi Thiam, sprintster Imke Vervaet namens de atleten, en vertegenwoordigers van onafhankelijke atletiektrainers de kans om hun visie te geven op het aanslepende dossier rond Atletiek Vlaanderen/Belgian Athletics en de gebeurtenissen voor, tijdens en na het afgelopen WK atletiek. “Wat op de hoorzitting werd blootgelegd, is hallucinant”, zegt Vlaams Parlementslid Bart Van Opstal (Vlaams Belang). “Dit gaat niet over miscommunicatie, maar over machtsmisbruik.”
De verklaringen lieten weinig aan de verbeelding over. Het management van Thiam noemde het onaanvaardbaar dat een atlete zich juridisch moet laten bijstaan om haar rechten te verdedigen tegen haar eigen federatie, en sprak van een monopolie dat als ‘machtsinstrument’ wordt ingezet, met een ‘onherstelbare vertrouwensbreuk’ tot gevolg. Namens de atleten getuigde Imke Vervaet dat het ‘beangstigend’ is om zich uit te spreken en dat er sprake is van ‘discriminatie en machtsmisbruik’, waarbij ondersteuning te vaak zou afhangen van ‘bij welke coach je traint’ in plaats van van sportieve prestaties. “Dat is het omgekeerde van wat bevoegd minister Annick De Ridder (N-VA) ons altijd voorhield”, reageert Van Opstal.
“Dit parlement heeft de plicht om door te pakken”
Volgens Van Opstal is de kloof tussen de parlementaire toelichtingen van de voorbije maanden en de getuigenissen van de laatste twee hoorzittingen inmiddels onhoudbaar. “Wat we in twee hoorzittingen hebben gehoord, is exact het omgekeerde van wat wij hier altijd van de minister gehoord hebben”, zegt hij. Hij wijst op twee vaststellingen die het vertrouwen in het beleid verder aantasten. “Bij het begin van de eerste hoorzitting lag de gedragscode al in de vuilbak. Dat zegt genoeg over de ernst en de manier waarop dit werd doorgeduwd.” Daarnaast verwijst hij naar de scherpe kritiek van topsporters zelf: “We hoorden vandaag een absolute medaillemaker zeggen dat het beleid ‘op niks trekt’. In atletiek zijn medailles niet evident. Als zulke atleten dit zeggen, dan is dat niet alleen pijnlijk: dat is beleidsmatig onaanvaardbaar.”
Van Opstal benadrukt dat de hoorzittingen een belangrijk keerpunt vormen. “Ik ben blij dat we atleten vandaag minstens een strohalm hebben kunnen geven”, besluit hij. “Maar ik kan niet geloven dat dit zomaar zal overwaaien. Dit parlement heeft de plicht om door te pakken.”
