Nieuws
donderdag, 11 feb 2021

Nieuwe eindtermen: “Ambitieus, maar wat met de werkbaarheid?”

Gisteren werden de nieuwe eindtermen voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Verschillende experts uit het onderwijsveld hebben kritiek op deze nieuwe onderwijsdoelen. De Vlaams Belang-fractie onthield zich dan ook bij de stemming. “De ontwikkelcommissies hebben sterk werk geleverd en eindtermen opgesteld die ons onderwijs ambitieuzer zullen maken, maar de vraag is of het geheel wel werkbaar zal zijn in praktijkgerichte richtingen?”, zo vraagt Vlaams Parlementslid Jan Laeremans (Vlaams Belang).

Deze nieuwe onderwijsdoelen focussen op het opkrikken van de onderwijskwaliteit en gelden vanaf 1 september 2021. De discussie die oplaait is in welke mate deze eindtermen werkbaar zijn voor élke opleiding. Lieven Boeve, topman van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, dreigde alvast naar Grondwettelijk Hof te stappen omdat de doelen te overladen zijn en er te weinig ruimte is voor remediëring en het eigen pedagogisch project van de scholenkoepels. Gelijkaardige bezorgdheden werden eerder ook aangekaart door andere onderwijskoepels, de Vlaamse Onderwijsraad, de Raad van State en vele directeurs en leraren van voornamelijk technisch (TSO)-, kunst- (KSO)- en beroepsscholen (BSO).

Het Vlaams Belang vindt het goed dat de eindtermen ambitie uitstralen, want dat is nodig voor onze Vlaamse kennismaatschappij. “Er is de laatste jaren ernstig werk geleverd om die eindtermen met dat doel op te maken. Pijnpunt is dat ze nadien op elkaar gestapeld zijn geraakt zonder dat er snoeiwerk aan te pas kwam in een overkoepelende commissie”, reageert Laermans. Op die manier rijst de terechte vraag of het wel werkbaar blijft. “Daarenboven bleek aan het einde van het ontwikkelproces dat zulke grote massa eindtermen moeilijk haalbaar is met 32 lesuren per week, omdat elk leerdoel voldoende onderwijstijd vereist.”

“Effectieve bijsturing op termijn zal nodig blijken

Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) zal nu een praktijkcommissie oprichten die moet oordelen of de invoering goed verloopt in TSO, KSO en BSO. Op basis hiervan kan er na één schooljaar worden bijgestuurd. “Die commissie mag geen zoethoudertje zijn, en moet ook echt de kans krijgen om bij te sturen na één jaar”, vervolgt Laeremans. “Maar ze zou eigenlijk minstens vier jaar in voege moeten blijven, en dus ook de opeenvolgende uitrol van de eindtermen in het vierde, vijfde en zesde middelbaar moeten bewaken. Anders is dat enkel een doekje voor het bloeden.”

Het Vlaams Belang merkt bovendien op dat de eindtermen zeer gedetailleerd zijn. Het uitgangspunt was om eenduidige en leesbare eindtermen op te stellen, maar helaas stellen leerkrachten dat dat in de praktijk niet het geval is. Verder zitten er volgens Laeremans redelijk wat vormingsdoelen in die niet zozeer betrekking hebben op het schoolse, maar vooral maatschappelijke kwesties opdringen aan het onderwijs, zoals racisme en discriminatie, gender, sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid. “De focus moet immers zijn om het onderwijsniveau te bevorderen”, besluit Laeremans.