Nieuws
dinsdag, 07 dec 2021

Plan Weyts: “Verder bricoleren, maar geen duurzaam lerarenloopbaanpact”

Eerder deze week stelde onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) een langverwachte reeks maatregelen voor om het steeds nijpender lerarentekort te lenigen. De meest opvallende punten zijn een uitbreiding van de anciënniteit voor zij-instromers uit de privésector en de mogelijkheid voor leraren om betaald structureel meer uren les te geven dan een voltijdse. “In het plan zitten goede aanzetten, maar deze losse verbeteringen spelen onvoldoende in op de acute tekorten en de nood aan een structurele versterking van het beroep”, reageert Vlaams Parlementslid Jan Laeremans. “Het mankeert de regering aan een globale visie en dat zorgt voor onduidelijkheid over de finaliteit van het geheel.”

Het aangekondigde plan van Weyts vormt de uitwerking van zijn in eind oktober in de plenaire vergadering opgeworpen 10 losse kladvoorstellen. Opmerkelijkste punt is de uitbreiding van de maximaal mee te nemen anciënniteit van zij-instromers. Enerzijds wordt het aantal vakken dat erkend wordt als knelpuntvakken en die dus hiervoor in aanmerking komen sterk uitgebreid met 10 extra vakken en 2 ambten. Anderzijds wordt het maximale aantal meeneembare anciënniteitsjaren opgetrokken van 8 naar 10. “Die uitbreiding met extra vakken was te verwachten, maar de optrekking van slechts 2 jaar is veel te weinig. Daarmee lok je geen ervaren veertigers en vijftigers uit de privé naar het onderwijs”, verklaart Laeremans. Om professionals hun loonverlies te compenseren is ten minste 15, liefst 20 jaar anciënniteitsoverdracht nodig.”

Het gaat niet enkel om de instroom van leraren aan te wakkeren, maar vooral om de uitstroom van kwaliteitsvolle professionals tegen te gaan

Daarnaast zullen leraren uren boven hun voltijds traject betaald kunnen lesgeven. Nu kan dat enkel voor tijdelijke vervangingen, maar straks dus ook structureel. Een kleine stap die slechts een beperkte invloed zal hebben, want niet zoveel mensen kunnen dit aan, zegt Laeremans. Onderzoek van VUB toonde al dat een leraar die voltijds lesgeeft in totaal zo’n 41 uur per week werkt. Als de job werkbaar moet blijven, mag de kar niet overladen worden. Daarom was het beter om de piste van een globale schoolopdracht te onderzoeken.”

Het plan mist volgens Laeremans echter vooral sterke concrete impulsen om de uitstroom van jonge en startende leraren tegen te gaan. “Wat zit hierin om het hoge aantal beginnende leraren dat binnen de vijf jaar alweer het onderwijs verlaat tegen te houden?”, vraagt het parlementslid kritisch. Ieder jaar verlaten zo’n 3.500 leraren het onderwijs. Dit is de grote knoop. Het is vooral die uitstroom die moet tegengegaan worden.” Laeremans vraagt zich ook af hoe het zit met de financiering van deze plannen. “Welk budget staat hier tegenover? Dit kan Weyts niet allemaal bekostigen met de provisie in de onderwijsbegroting voor 2022 waarvan het meeste is voorbehouden voor de effectieve duurzame uitvoer van de maatregelen uit de nieuwe cao.

“Deze worp is weer symptomatisch voor de aanpak van het lerarentekort van deze regering. Er worden op verschillende momenten ad-hoc maatregelen gelost, maar er is geen omvattend plan over de lerarenloopbaan,” besluit Laeremans. “Leraren en scholen moeten alsmaar meer doen in een steeds veranderende wereld, maar een allesomvattende benadering en de omkadering om dat kwaliteitsvol te doen, ontbreekt. Het lerarenloopbaanpact lijkt alsmaar meer een aaneen gebricoleerd tuinhuisje in plaats van een degelijk huis met stevige fundamenten.”