Nieuws
woensdag, 30 mrt 2022

“Sophie Wilmès bijzonder hypocriet over Canada”

“Als het is om luid te protesteren tegen vermeende mensenrechtenschendingen in Polen en Hongarije staat België op de eerste rij”, zegt Kamerlid Annick Ponthier. “Maar wanneer de grondrechten van burgers in Canada met de voeten worden getreden, vindt minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR) dat niet meer dan terecht en logisch. De hypocrisie van paars-groen kent werkelijk geen grenzen.

Enige tijd geleden kwamen in Canada truckchauffeurs op straat om te protesteren tegen de verplichte vaccinaties voor hun beroepsgroep. Een protest dat al snel de steun kreeg van een veel bredere groep die zich verzette tegen de bijzonder strikte corona-maatregelen aldaar. “Het was niet naar de zin van de links-liberale eerste minister Justin Trudeau”, aldus Ponthier. “Hij nam ronduit buitenproportionele  maatregelen om de protesten van burgers te eindigen.”

“Trudeau eigende zich bijzondere machten toe, die een loopje nemen met sommige van de meest elementaire mensenrechten”, vervolgt Ponthier. “Dean Allison van de Conservative Party, een oppositiepartij, sprak onomwonden over ‘authoritarian military style measures’. En het Groene parlementslid Mike Morrice stelde dan weer: ‘the use of the Emergencies Act sets a worrying precedent for future protests’. Het zijn duidelijke bewoordingen met duidelijke waarschuwingen.”

“De disproportionele maatregelen van de eerste minister van Canada zijn verwerpelijk in een democratie”

“De gevolgen bleven niet uit. Betogers werden zeer gewelddadig aangepakt, en wie de protesterende truckers wou voorzien van dekens, voedsel, of water werd opgepakt en opgesloten. Betogers werden door het regime bedreigd met ontzetting uit hun ouderlijke macht”, aldus nog Ponthier. “En als klap op de vuurpijl wou Trudeau de bankrekeningen blokkeren van iedereen die ook maar verdacht werd van enige sympathie voor de vreedzame protesten, zonder ook maar enige gerechtelijke uitspraak. Het zijn totaal verwerpelijke methodes, die absoluut niet gepast zijn in een democratische samenleving.”

“Het ware goed, had Wilmès de daden van Trudeau fel veroordeeld, net zoals ze dat deed met Polen en Hongarije”, besluit Ponthier. “Helaas was haar antwoord op mijn interpellatie bedroevend. Volgens haar zijn er ‘enkele uitdagingen’ waarvan de Canadese autoriteiten zich bewust zijn, maar kan de mensenrechtensituatie in Canada als ‘uitstekend’ worden beschouwd, en waren alle genomen maatregelen ‘proportioneel’, waarmee ze regelrecht inging tegen vaststellingen van onder meer Amnesty International. Schijnheiliger bestaat niet.”