Structurele onderbudgettering van Defensie laat zich nu voelen
Deze ochtend werd in de commissie Landsverdediging de aanwezigheid van drones boven onze luchthavens en militaire domeinen besproken. “De structurele onderbudgettering van ons Defensie-apparaat en dus ons aller veiligheid uit zich helaas in snel tempo op alle mogelijke domeinen en terreinen”, stelde Kamerlid Annick Ponthier. Ze riep de regering op om slim te investeren, om snel werk te maken van adequate detectie-, interventie- en identificatiemiddelen, en om de capaciteiten, zowel personeel als budgettair, verder op te schalen, en ook riep ze op tot een betere coördinatie tussen alle betrokken actoren.
Voor het Vlaams Belang is de voorbije dagen duidelijk gebleken hoe schrijnend het gebrek aan drone-detectie en -interventiemiddelen is, hoe erg de beveiliging van onze kritieke infrastructuur mank loopt, ook onze cyberbeveiliging, en hoezeer de samenwerking tussen politie, Defensie en mobiliteit te wensen overlaat. “Net als de communicatie”, merkte Ponthier op. “En dan heb ik het niet over het informeren van de bevolking en de sensibilisering ter zake. Maar wel over de persoonlijke communicatie en de recente, erg boude uitspraken van minister van Defensie Theo Francken (N-VA) ten aanzien van het Russisch regime. In een potsierlijk interview dreigde hij met het feit dat Moskou kon platgelegd worden, indien nodig.”
“We hebben geen nood aan Franckens grootspraak en stoerdoenerij”
“Het was ronduit onverantwoord en zelfs roekeloos van Francken om, op een moment dat de Belgische en Europese defensie nog verre van weerbaar is, voor grootspraak te kiezen in plaats van voorzichtigheid”, ging Ponthier verder. “De minister heeft hier veel resultaat mee geboekt, maar zeker geen positief resultaat.” De cyberaanval op Proximus is daar volgens het Kamerlid maar één voorbeeld van. “We hebben in deze geopolitiek uitdagende tijden nood aan diplomatie, en absoluut geen nood aan grootspraak en stoerdoenerij.”
Maar de belangrijkste oproep van Ponthier aan minister Francken was ontrading, alertheid en, sensibilisering. “En maak vooral snel werk van adequate detectie-, interventie- en identificatiemiddelen, een verdere opschaling van capaciteiten, zowel personeel als budgettair, en een coördinatie tussen alle betrokken actoren, en investeer slim”, besloot ze.
