Vlaamse export onder druk door gebrek aan strategische visie bij Vlaamse Regering
De Vlaamse economie kreunt steeds luider, zoals het verlies van 600 banen bij BASF Antwerpen deze week pijnlijk illustreerde. Vlaams parlementslid Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) vroeg minister-president Matthias Diependaele (N-VA) om verduidelijking over de Vlaamse economische diplomatie, de efficiëntie van buitenlandse handelsmissies en de concrete impact van de internationale spanningen op de Vlaamse export. “Conclusie: de Vlaamse Regering heeft geen inzicht, geen duidelijke strategie noch meetbare resultaten. Onaanvaardbaar”, stelt Van dermeersch.
De Vlaamse economische motor kreunt en sputtert alsmaar luider. De oorzaken zijn voornamelijk geopolitiek van aard, zoals de oorlog in Oekraïne, de spanningen tussen de EU en China, en de instabiele situatie in het Midden-Oosten. Dat zorgt voor hogere transportkosten, allerlei handelsbeperkingen en een toenemende onzekerheid voor duizenden Vlaamse bedrijven.
Uit het antwoord van de minister blijkt dat het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (FIT) in 2025 zo’n elf economische missies organiseerde, goed voor 354 deelnemende bedrijven en een kostprijs van 157.350 euro. De economische meerwaarde van deze missies is evenwel onduidelijk. In 2024 werden zelfs 55 missies uitgevoerd, met 488 deelnemende ondernemingen - weerom ontbreken cijfers over de daadwerkelijke opbrengsten. Er is dus geen zicht op het aantal contracten, investeringen of duurzame handelsrelaties die voortkwamen uit deze handelsmissies voortkomen. Daarbij valt op dat de Vlaamse Regering evenmin over ramingen beschikt die de impact van geopolitieke spanningen op de exportgroei in 2025 en 2026 in kaart brengt. En dat terwijl, volgens internationale prognoses, de wereldhandel amper zal groeien. Een duidelijk signaal dat Vlaanderen zich goed moet voorbereiden.
“Vlaanderen dient te weten waar de klappen vallen”
“Het is onaanvaardbaar dat de Vlaamse regering niet weet hoe de situaties in Oekraïne, China of het Midden-Oosten onze export en handel beïnvloeden. Vlaanderen dient te weten waar de klappen vallen - per sector, per regio, per land- om onze bedrijven tijdig te kunnen ondersteunen. Die kennis blijkt vandaag volledig afwezig“, stelt Van dermeersch vast. “Vlaanderen moet snel werk maken van een kwalitatieve opwaardering van de buitenlandse missies, inclusief sectorgerichte steun voor exportbedrijven werkzaam in de chemie, farma, voeding en technologie. Daarbij zijn een grondige risicoanalyse bij geopolitieke spanningen én dus ook een diversificatie van exportmarkten buiten de klassieke EU-zones onontbeerlijk. Onze ondernemers hebben nood aan een slagkrachtige, strategisch onderbouwde Vlaamse economische diplomatie met de FIT als krachtige motor in plaats van als promomachine”.
