Nieuws
woensdag, 09 jun 2021

“Vlaams beleid in Brussel ook kwalitatief durven onderzoeken”

Voor het Vlaams Belang is het belangrijk dat de financiële middelen door de Vlaamse Gemeenschap in Brussel goed en correct worden besteed. De discussie wordt te vaak eenvoudigweg herleid tot de vraag of Vlaanderen voldoende doet in Brussel”, zegt Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang), fractievoorzitter in het Brussels Parlement. “Onze partij wil niet enkel weten of we in Brussel voldoende doen maar vooral of we het juiste doen.

“De Vlaamse gemeenschap investeert meer dan 1 miljard in de voorzieningen in het tweetalig hoofdstedelijk gebied Brussel”, aldus Lootens-Stael. “De normen voor de Vlaamse investeringen in de hoofdstad werden vastgelegd op 30 procent van de Brusselse bevolking als doelpubliek.” 5 procent van de middelen van de Vlaamse Gemeenschap zijn bestemd voor het beleid in Brussel. De evolutie van de cijfers wordt jaarlijks door de Gemengde Ambtelijke Commissie Brussel (GACB), waar zowel ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap als van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in zetelen, in een rapport gegoten.

Het GACB-rapport 2020 werd door de samenwerkingscommissie van Vlaams Parlement en Raad van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel besproken. De vraag hoe en in welke mate de Vlaamse Gemeenschap in het vooropgestelde doel slaagt, is steeds stof voor boeiende discussies. Moeten enkel de nabijheidsvoorzieningen voor de Brusselaars zelf in rekening gebracht worden of mogen de instellingen die een ruimere uitstraling hebben, zoals hogescholen en belangrijke culturele instellingen zoals de AB meegeteld worden? Het is een steeds weerkerende discussie waarop enerzijds de VGC en anderzijds de administratie van de Vlaamse Gemeenschap een verschillende visie hebben.

“Wordt Vlaams geld in Brussel altijd goed besteed?”

Voor het Vlaams Belang moet de aanwezigheid en de uitstraling van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel, in onderwijs, cultuur en welzijn en vele andere domeinen zo groot mogelijk zijn. “Voor ons is minder van tel of en hoe deze streefcijfers worden gehaald maar is belangrijk wat er voor de mensen, voor de ruime Vlaamse Gemeenschap in Brussel wordt gedaan”, aldus nog Lootens-Stael. “Vele mensen ontvluchten Brussel, niet enkel door de stedelijke problematiek van overbevolking, vervuiling en onveiligheid maar omwille van de moeilijkheden om op een comfortabele manier kinderopvang, onderwijs en medische verzorging in het Nederlands te krijgen.”

Lootens-Stael stelde daarom voor, naast het onderzoek van de cijfers, het kwantitatieve onderzoek, ook na te gaan hoe een kwalitatief onderzoek van het Vlaams beleid in Brussel kan worden gevoerd. Een suggestie die de leidende ambtenaren die het rapport voorstelden zeker waardevol vonden. “Wordt het vele geld voor Brussel goed besteed, komt het terecht waar het nodig is, is dikwijls een vraag die te weinig gesteld wordt”, besluit Lootens-Stael. “Een oefening waarbij nagegaan wordt welke investeringen hun doel voorbij schieten, is zeker nodig.”