Persberichten
dinsdag, 10 jul 2018

Vlaanderen: ons land

11 juli-boodschap van het Vlaams Belang

Aan de vooravond van de Vlaamse feestdag roept Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken de grootste regeringspartij op om van deze laatste 11 juli van de legislatuur een moment van bezinning te maken. “Probeer voor één keer in de politieke geschiedenis van dit land uw idealen te laten primeren boven de vetpotten van de macht”, klinkt het. De oproep gaat gepaard met de lancering van een grootscheepse campagne onder de noemer ‘Vlaanderen: ons land’. 

“Als we mathematisch kunnen doorgaan met een regering- Michel II, dan is het confederalisme geen noodzaak.” Nee, het citaat is niet afkomstig van een N-VA-parlementslid dat te diep in het glas had gekeken, het komt uit de mond van de N-VA- voorzitter zelf. De geslepen interviewer Jan Segers slaagde erin de zin vakkundig uit De Wevers lippen te laten glippen (Het Laatste Nieuws, 16.6.2018), waarvoor dank overigens. Het geeft ons namelijk het voordeel van de duidelijkheid. Nog voor de haan kraait, zult gij mij verloochenen, wist Jezus al. Dit keer is het echter geen Bijbelse profeet maar een heel volk dat verloochend wordt. Het verwondert dan ook allesbehalve dat, dixit Jan Peumans, “er op het partijbestuur van de N-VA nooit meer iets over het communautaire wordt gezegd.” De woorden waren al even pijnlijk als verhelderend. Ze maken het voor Vlaams-nationalisten namelijk bijzonder duidelijk dat er maar één logische keuze is: het Vlaams Belang.

Onze bestaansreden

Net zo zeker als de zon in het oosten opkomt, staat het vast dat in de aanloop naar 11 juli de Vlaamse eisen met veel tromgeroffel zullen weerklinken vanuit De Wevers partijhoofdkwartier. Dat zal bij ons overigens niet anders zijn. Het fundamentele verschil is dat het bij ons geen bedrieglijke façade betreft, enkel goed voor de stemmen van de Vlaams-nationale kiezer, het is onze bestaansreden. Wat wij op 11 juli zeggen, vertolken wij daags nadien in het parlement. Wie daarentegen het parcours van de N-VA-ministers aanschouwt, kan niet om het feit heen dat zij zelfs geen deuk in een pak boter kunnen slaan.

Belgisch status quo

Meer zelfs: bij elke Vlaamse etterende wonde - of het nu gaat over de transfers in de sociale zekerheid, de behandeling van de Vlamingen in de Brusselse ziekenhuizen, de overtredingen van de taalwetten door de Brusselse lokale besturen, de tweetaligheid van de hoofdstedelijke politie of de verengelsing van de Koninklijke Militaire School - werd steevast en vakkundig de andere kant opgekeken. Ten bate van de Belgische status quo en ten nadele van de Vlamingen. Of hoe Carl Devos het in een haarscherp opiniestuk verwoordde: “België lijkt een grotere invloed op N-VA te hebben dan omgekeerd.”

Ongeziene woordbreuk

Nochtans waren de verwachtingen met een zelfverklaarde nationalistische partij aan het regeringsroer hooggespannen. In de aanloop naar de verkiezingen klonk De Wever nog zo: “Het federale model heeft niet alleen zijn limieten bereikt, het is tot op de draad versleten” en “We hebben geen behoefte meer aan wat gerommel in de Belgische marge”. Vijf jaar en negen ministerposten later heeft de Vlaams-nationale kloekmoedigheid plaatsgemaakt voor een lamlendig politiek clubje dat uitblinkt in gezapigheid, onverschilligheid en passiviteit. Geen afbouw van de miljardentransfers, geen fiscale autonomie, geen splitsing van de sociale zekerheid, geen taalevenwicht bij de federale ambtenaren, geen toepassing van de taalwetgeving in Brussel,… nul, nada niks.

Schaamlapje

En zelfs in het licht van de fameuze bocht van Bracke, waarbij het sociaaleconomische voorrang moest krijgen op het communautaire, is het nul op het rekest. Waar De Wever, voor zijn regeringsentree, nog zwaar uithaalde naar het Belgische status quo met een ontspoorde begroting, een lage economische groei, een hoge belastingdruk, een te groot overheidsbeslag en een staatsschuld boven de 100 procent bbp, zien we na vier jaar ‘kracht van verandering’ dat er geen zandkorrel in de woestijn is verlegd.

Zelfs het enige schaamlapje van De Wever, het op orde stellen van de Belgische staatskas, is uitgedraaid op een sisser: de staatsschuld piekt nog steeds los boven de 100 procent bbp, de belastingdruk blijft de hoogste van de OESO, op vlak van jobcreatie nemen we een weinig benijdenswaardige 23ste plaats in op 30 Europese landen en ook wat betreft de vaak gepropageerde werkzaamheidsgraad en economische groei bengelen we samen met Italië en Spanje aan de staart van Europa. Meer zelfs: de afgelopen dertig jaar hebben we nooit zo laag ­gestaan op de internationale groei­ladder.

Ontketen u

Quod erat demonstrandum. Wat bewezen moest worden, is nogmaals bewezen. België werkt niet. Beste vrienden van de N-VA, ontketen u uit de Belgische boeien en gebruik deze 10 laatste regeringsmaanden om uw woorden om te zetten in daden. Probeer voor één keer in de politieke geschiedenis van dit land uw idealen te laten primeren boven de vetpotten van de macht. Tot ons volk staat wordt. Tot Vlaanderen ons land is. 

Tom Van Grieken
Voorzitter Vlaams Belang