Nieuws
donderdag, 24 dec 2020

Voorstel Vlaams Belang: “Buitenlandse eigendom? Geen sociale woning!”

In Vlaanderen is het tot op heden nog steeds mogelijk om een sociale woning te huren én tegelijk in het buitenland een onroerend goed in eigendom te hebben. Vooral allochtonen blijken vaak een eigendom te hebben in hun thuisland. Volgens onderzoek blijkt zelfs een meerderheid van de mensen van Marokkaanse afkomst die in ons land wonen een huis of appartement te hebben in het land van herkomst. Het Vlaams Belang diende daarom op 16 september 2020 een voorstel van decreet in dat komaf wil maken met deze fraude. "Volgens het decreet mogen geen sociale woningen meer worden toegewezen aan mensen met een buitenlandse nationaliteit indien het thuisland niet wil meewerken met onze fraude-opsporing", aldus Vlaams Parlementslid Guy D’haeseleer (Vlaams Belang).

De sociale huurwetgeving stelt dat sociale huurders geen onroerende eigendom mogen hebben. Eigendommen in België worden gecontroleerd via de belastingadministratie. Maar voor buitenlandse eigendommen is het voldoende dat de kandidaat-huurder op erewoord verklaart dat hij geen onroerend goed bezit. Die verklaring op erewoord wordt echter niet of nauwelijks gecontroleerd. Bovendien weigeren niet-Europese landen als Turkije en Marokko om inlichtingen te verschaffen over buitenlandse eigendommen van hun onderdanen die in Vlaanderen wonen. Bevoegd minister Matthias Diependaele (N-VA) gaf toe dat een erewoord eigenlijk te zwak en niet controleerbaar is.

De minister beloofde om de bewuste fraude tegen te gaan. Sociale huisvestingsmaatschappijen mogen voortaan zelf in het buitenland via private bureaus op zoek gaan naar fraude. Van die mogelijkheid wordt echter niet of nauwelijks gebruik gemaakt. Zelfs bij de enige woonmaatschappij waarvan geweten is dat ze ter zake wel inspanningen doet - de Antwerpse huisvestingsmaatschappij Woonhaven Antwerpen - blijken de resultaten pover. Op 31 december 2019 waren er 4.508 niet-Belgen huurder bij Woonhaven waarvan slechts 1,4 procent werd onderworpen aan een controle naar buitenlandse eigendommen. “De controle is dus allerminst performant en voldoet niet”, stelt D’haeseleer. “Bovendien brengen deze controles ter plaatse hoge kosten en een verhoogde werklast voor de sociale huisvestingsmaatschappijen met zich mee”.

Onderdanen van landen die geen controle toelaten, mogen geen sociale woning meer krijgen

In Vlaanderen wachten meer dan 153.000 mensen op een sociale woning. Een stijging met 13 procent in vergelijking met 2017 en een stijging met 30 procent vergeleken met 2015. De gemiddelde wachttijd voor een sociale woning bedraagt intussen al 3,5 jaar. Het is compleet immoreel dat onze eigen behoeftigen vele jaren op een wachtlijst staan, terwijl mensen van vreemde afkomst een sociale woning huren en tegelijk straffeloos één of meerdere eigendommen in het buitenland bezitten. 

Het voorstel van D’haeseleer houdt in dat onderdanen van landen die geen informatie met Vlaanderen willen delen over het bezit van onroerend goed niet langer een Vlaamse sociale woning kunnen toegewezen worden. Zo wordt een einde gemaakt aan de discriminatie tussen Vlaamse sociale huurders, die in eigen land rigoureus gecontroleerd worden op onroerend eigendomsbezit, en allochtone huurders die in hun herkomstland door gebrek aan controle wel een onroerende eigendom in hun thuisland kunnen hebben. 

“Alleen door een kordaat beleid van de Vlaamse overheid kunnen de landen van herkomst van de allochtonen onder druk worden gezet om eindelijk wel mee te werken met de Vlaamse fraudeopsporing in plaats van die weg te lachen”, besluit D’haeseleer.