Interview
woensdag, 10 feb 2021

“Herfederalisering, dat zou een ramp zijn voor Vlaanderen”

Wanneer politici opmerkelijke, onverwachte, en soms zelfs scherpe uitspraken doen, zit daar niet zelden een bedoeling achter. Een weloverwogen idee, een verborgen boodschap of een uitgewerkte strategie. Dergelijke uitspraken geven steeds stof tot nadenken. En die reactie hadden we vanzelfsprekend bij de uiterst vijandige uitlatingen van N-VA-voorzitter Bart De Wever aan het adres van onze partij, maar ook bij het vier gewesten-voorstel van PS-voorzitter Paul Magnette. We vonden professor Bart Maddens (KU Leuven) bereid tot een vraaggesprek over onder meer deze verklaringen van De Wever en Magnette. Als politieke wetenschapper die uitgebreid onderzoek deed over partijstrategieën en als veelgevraagd analist in de media is professor Maddens de geknipte persoon om hierop zijn licht te laten schijnen.

Professor, een aantal weken geleden lanceerde de voorzitter van de PS, Paul Magnette, het idee om de gemeenschappen af te schaffen en het federale België te hervormen op basis van vier evenwaardige gewesten. Waarom lanceerde hij dit idee net toen en wat zijn de achterliggende politiek-strategische overwegingen?

Dat vierdeelstaten-model is helemaal niet zo nieuw. Het werd al in de jaren negentig gelanceerd door Jacques Brassinne van het Waalse Institut Jules Destrée. Vandaag wordt het gepromoot door de huidige directeur van dat instituut, Philippe Destatte. Maar eigenlijk is het nog veel ouder. Eventjes abstractie gemaakt van de Duitstalige Gemeenschap komt het overeen met wat de meeste Franstaligen altijd gewild hebben: Brussel staat institutioneel helemaal op gelijke voet met Vlaanderen en Wallonië. De Vlamingen daarentegen hebben altijd gestreefd naar een tweeledig model met twee grote gemeenschappen. Het vierdeelstatenmodel zou dus de ultieme overwinning van de Franstaligen zijn.

Magnette brak een lans voor dit idee. Maar is dit langs Franstalige kant wel een uitgemaakte zaak? Bij de PS zelf om te beginnen? En bij de andere Franstalige partijen?

Daarover bestaat geen consensus langs Franstalige kant. De regionalisten hebben altijd gestreefd naar drie sterke gewesten. Daarnaast zijn er ook voorstanders van een sterke institutionele band tussen de Franstaligen in Wallonië en Brussel. Maar dat idee wordt steeds marginaler. Er gaan alsmaar meer stemmen op om de onderwijsbevoegdheid over te hevelen naar het Waals Gewest en te komen tot een symbiose van culturele en economische bevoegdheden. Paul Magnette pleitte daar al eerder voor, net als Thierry Bodson van het FGTB, en verschillende MR-politici. In theorie zou de COCOF (de Franstalige Gemeenschapscommissie) dan bevoegd worden voor het Franstalige onderwijs in Brussel. In de praktijk gaan de Waalse regionalisten ervan uit dat die fusie van economische en culturele bevoegdheden ook in Brussel zal worden gerealiseerd. Het Brussels Gewest wordt dan bevoegd voor alle gemeenschapsbevoegdheden in Brussel, inclusief het Nederlandstalige onderwijs, of wat ervan zal overblijven.

Intussen gaan zowel Vooruit, Open Vld en Groen kennelijk mee in dit idee, dit in tegenstelling tot het 2+2-model waar zij zich allen in 1999 in de gekende vijf Vlaamse resoluties nog achter schaarden. Hoe beoordeelt u dat?

De lichtzinnigheid waarmee Vlaamse politici nu ook pleiten voor dat vierdeelstaatmodel is verbijsterend. Soms lijkt het wel alsof ze niet weten waarover ze praten. Op die manier zou men de band tussen de Brusselse Vlamingen en de rest van Vlaanderen volledig doorknippen. Vlaanderen zou geen enkele vat meer hebben op het beleid in Brussel. Daarnaast zou Vlaanderen een nieuwe hoofdstad moeten kiezen en ook zijn volledige patrimonium in Brussel moeten achterlaten: het Vlaams Parlement, het Martelarenplein, het Errera-huis, de gebouwen van de administratie, van het gemeenschapsonderwijs in Brussel, noem maar op. Vergeet niet dat de Vlaamse Gemeenschap de jongste decennia één miljard per jaar heeft geïnvesteerd in Brussel, wat een enorme overfinanciering is. Opgeteld over de jaren is dat een gigantisch kapitaal. Gaat Brussel dat dan terugstorten aan de Vlaamse belastingbetaler?

Acht u het mogelijk dat de nodige meerderheden worden gevonden om in die richting te evolueren?

Gelukkig hebben de tegenstanders van het vierdeelstatenmodel (CD&V, N-VA en Vlaams Belang) tot nader order een comfortabele meerderheid in Vlaanderen, zodat ze een veto kunnen stellen daartegen. Maar ik durf te hopen dat ook de andere Vlaamse partijen zullen terugkrabbelen als ze worden geconfronteerd met de desastreuze consequenties van het model.

Eén van de gevaren die worden geopperd bij een België met vier gewesten is dat Vlaanderen geminoriseerd zal worden. Hendrik Vuye en Veerle Wouters geloven daar in hun Brussel-boek niet zo in. Wat is uw visie daarop?

Alles hangt natuurlijk af van de bredere institutionele context. Als je gaat naar een vorm van confederalisme, dan komt Vlaanderen op het confederale niveau tegenover Wallonië, Brussel én Duitstalig België te staan. Zelfs al heeft Vlaanderen formeel een vetorecht, dan nog zullen de drie niet-Vlaamse componenten altijd een overwicht hebben in de besluitvorming. Het is toch absurd om Vlaanderen, als veruit de grootste deelstaat met 6,6 miljoen inwoners, op het zelfde niveau te plaatsen als de Duitstalige Gemeenschap: twee lapjes grond met samen 76.000 inwoners. Dat is ongeveer de omvang van een stad als Sint-Niklaas of Hasselt.

Kunnen de Duitstaligen geen bondgenoten worden van de Vlamingen?

De Duitstaligen zullen altijd partij kiezen voor de Franstaligen, daarover mogen we ons geen illusies maken. Vergeet niet dat dat het Duitstalige Parlement in 2009 besliste dat de splitsing van een bepaalde op 150 kilometer afstand gelegen kieskring de belangen van de Duitstalige Gemeenschap “ernstig schaadde”. Belachelijk natuurlijk, maar wel te verwachten. Want op ProDG na zijn alle partijen in Duitstalig België onderafdelingen van de Franstalige partijen. In feite zien we hier de klassieke Franstalige goocheltruc: ze toveren hun minderheidspositie in België weg door zichzelf op een wonderbaarlijke wijze te vermenigvuldigen.

Dreigen deze discussies de onafhankelijkheidsgedachte niet naar de achtergrond te verschuiven en het draagvlak ervoor te ondergraven?

Het is nu eenmaal de realiteit dat heel wat essentiële Vlaamse verwezenlijkingen vandaag onder druk staan: de Vlaamse autonomie, de gelijkwaardigheid van wetten en decreten, de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel, het Nederlandstalige hoger onderwijs, enzovoort. De verdediging van dat alles moet hoe dan ook een prioriteit zijn. Kijk bijvoorbeeld naar het idee van de herfederalisering. Dat zou een ramp zijn voor Vlaanderen. Maar het is jammer genoeg wel mainstream geworden. Dat is deels het gevolg van de communautaire stilstand tussen 2014 en 2019. Daardoor heeft men het terrein van de opinievorming overgelaten aan de Belgicisten, voor wie de communautaire ‘omerta’ duidelijk niet gold.

Over naar Brussel. ‘Vlaanderen laat Brussel niet los’ is een stelling die het Vlaams Belang nog altijd onderschrijft. We moeten wel vaststellen dat steeds minder Vlamingen, ook Vlaamsgezinden, daar nog achter staan. Zal een eventuele gewestvorming met vier deze dynamiek om Brussel los te laten niet verder aanwakkeren?

Er is ongetwijfeld een groeiende kloof tussen Vlaanderen en de Nederlandstalige politici in Brussel. De klassieke Vlaamsgezinde partijen in Brussel (N-VA, Vlaams Belang en CD&V) zijn nog slechts goed voor 34% van de stemmen binnen de Nederlandse taalgroep. Het resultaat is dat Vlaanderen steeds minder vat heeft op het beleid in Brussel. Sommigen zeggen dat het probleem zichzelf zal oplossen als er geen Vlamingen meer overblijven in Brussel. Maar dat is onzin. Zelfs zonder één Vlaming blijft Brussel een explosief eiland middenin Vlaanderen. Het Brusselse beleid of wanbeleid zal altijd belangrijke repercussies hebben voor de rest van Vlaanderen. Het zal altijd van cruciaal strategisch belang zijn dat we een stevige vinger in de pap hebben in Brussel.

De machtsparticipatie van de Brusselse Vlamingen in de Brusselse instellingen en de afdwingbaarheid van de (taal)rechten van de Brusselse Vlamingen zijn nu al problematisch. Hoe moet dat volgens u in geval Brussel verder wordt uitgebouwd tot een volwaardig gewest?

De kans is reëel dat dan ook het systeem van taalgesplitste lijsten wordt afgeschaft. Dan bepalen de Franstalige partijen welke Nederlandstaligen verkozen worden en wie minister mag worden in Brussel. Die dynamiek zie je nu al op het federale niveau. Als Tinne Van der Straeten een verkiesbare plaats kreeg op de Ecolo-Kamerlijst in Brussel in 2019, dan kwam dat ook omdat ze in 2007 niet heeft meegestemd met de Vlamingen bij de ‘eenzijdige’ splitsing van BHV in de Kamercommissie. Nederlandstaligen die op hun strepen staan in Brussel zullen politiek niet meer aan de bak komen. De tweetaligheid van Brussel wordt dan helemaal fictie.

In heel de communautaire discussie horen we nauwelijks iets van het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering. Is het niet aan hen om hier voluit initiatief in te nemen? Zo ja, hoe zou u dat zien?

Sinds 1999 spelen Vlaams Parlement en Vlaamse regering geen enkele rol meer in de discussie over de staatshervorming. Het huidige Vlaamse regeerakkoord vraagt wel aan het Vlaams Parlement om een grondig institutioneel debat te starten. Maar dat blijft dode letter. De kans dat de huidige meerderheid een radicaal Vlaams eisenpakket goedkeurt, zoals in 1999, is hoe dan ook onbestaande. Zeker Open VLD vormt een Belgische vijfde kolonne binnen de Vlaamse regering. Pas als er een Vlaams-nationale meerderheid komt zullen Vlaamse regering en Vlaams Parlement opnieuw de staats- en natievormende rol kunnen spelen die ze moeten spelen.

Medio december waren er de opgemerkte verklaringen van Bart De Wever in de pers. Nooit ofte nimmer zal het tot een samenwerking komen met onze partij. Nu heeft de N-VA-voorzitter wel vaker loze verklaringen gedaan. Hij zou in Antwerpen bijvoorbeeld nooit in coalitie gaan met de socialisten; hij zou Vlaams minister-president worden; en hij zou uiterlijk tot 2014 partijvoorzitter blijven… Waarom zouden we zijn woorden deze keer wel ernstig moeten nemen?

De démarche van Bart De Wever is niet onlogisch. De N-VA vreest dat het heel moeilijk zal zijn om de stemmen van het Vlaams Belang terug te winnen. Om opnieuw te groeien moet de partij dus naar het centrum bewegen en appelleren aan de ontgoochelde kiezers van Open VLD en CD&V. Ook bekeken vanuit een breder Vlaams-nationaal perspectief is dat de beste strategie. Wat levert het ons op als de N-VA het Vlaams Belang opeet, zoals in 2014, of als het Vlaams Belang de N-VA opeet, zoals in 2019? Dat Vlaams-nationaal kannibalisme brengt geen zoden aan de dijk. Om aan een meerderheid te komen moeten beide Vlaams-nationale partijen sterk scoren. Maar De Wever zal de centrumkiezers nooit kunnen verleiden met de boodschap: “Stem voor ons, dan vormen we een coalitie met het Vlaams Belang.” Dat is dus de paradox : om een Vlaams-nationale coalitie mogelijk te maken, moet de N-VA ontkennen dat die er zal komen.

Waren die uitlatingen van Bart De Wever dan louter strategie?

Nee, het is voor de N-VA zeker geen uitgemaakte zaak dat er een coalitie gevormd zal worden met Vlaams Belang, als dat mathematisch zou kunnen. Sommigen zullen die historische opportuniteit zeker willen grijpen. Anderen staan erg huiverachtig tegenover wat wordt aangevoeld als een riskante sprong in het duister. In elk geval, om een Vlaams-nationale coalitie mogelijk te maken zal Tom Van Grieken zijn zaakjes op orde moeten hebben en houden. Volgens mij is dat ook het signaal dat Bart De Wever heeft willen geven.

Maar als Bart De Wever absoluut niet wil samenwerken met de ‘impotente os’ of de ‘frigo aan verloren stemmen’ die onze partij in zijn ogen zou zijn, welke coalities zijn er voor de N-VA dan nog mogelijk om naar confederalisme te evolueren?

Het belang van een Vlaams-nationale meerderheid situeert zich ook en vooral op het federale niveau. Voor het wijzigen van de bijzondere wetten is een meerderheid vereist in beide taalgroepen van Kamer en Senaat. Als de Vlaams-nationalisten een meerderheid halen, dan bekomen ze een cruciaal vetorecht voor een verdere staatshervorming. Dat zou een hefboom kunnen zijn voor een echte confederale hervorming, al zal het Vlaams Belang daar dan niet bij betrokken zijn. Ook dat is paradoxaal: een sterk Vlaams Belang zou de N-VA kunnen toelaten om haar programma te realiseren, ten minste als beide samen een meerderheid halen.

Opgetekend door Frederik Pas