Persberichten
woensdag, 13 jan 2021

“Laatste C-130 moet in Steenokkerzeel blijven”

Het Vlaams Belang is niet te spreken over de beslissing van minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) om het laatst overblijvende militaire transportvliegtuig van het model C-130 Hercules een nieuwe bestemming te geven in het 1st Wing Historical Center in het Waals-Brabantse Bevekom. Het legerpersoneel van de 15de Wing in Steenokkerzeel in Melsbroek reageerde al verontwaardigd. De C-130’s hebben daar immers hun thuisbasis en een lange geschiedenis.

Een nota van Defensie zelf wijst uit dat in Steenokkerzeel de meeste expertise voor bewaring en onderhoud aanwezig is. De kostprijs zou er lager zijn en het is een toegankelijkere locatie dan Bevekom. “Er is trouwens geen enkele band tussen de C-130’s en Bevekom”, aldus Kamerlid Annick Ponthier (Vlaams Belang). “In die bewuste nota zou het Waalse Bevekom er tevens als slechtste optie uitkomen.”

“Er zijn geen redelijke argumenten om de C-130 over te brengen naar een museum in Waals-Brabant”

Het Vlaams Belang wijst erop dat er in Vlaanderen voldoende luchtvaartmusea aanwezig zijn om de C-130’s tentoon te stellen. Het domein van Groenveld kan mogelijks op korte termijn dienen als museum. Ook het lokale bestuur van Steenokkerzeel en de vzw Dakota, het documentatiecentrum van de 15de Wing met veel expertise rond de C-130’s, zijn verbolgen over de plannen van minister Dedonder. De vzw heeft een petitie opgestart om het toestel in haar thuisbasis Steenokkerzeel te houden.

Minister Dedonder motiveert haar beslissing omtrent de C-130 middels een nota van het War Heritage Institute, de overkoepelende Belgische instelling die werkt rond oorlogsherinnering en -erfgoed. “Maar die nota is volkomen in strijd met de redenering vanuit het Defensieveld”, besluit Ponthier. “Hier is sprake van een PS-zelfbediening, door militair-historisch patrimonium van Vlaanderen naar uitgerekend de kieskring van voormalig minister van Defensie André Flahaut(PS) te versluizen. Dit dossier is overigens slechts één voorbeeld dat kadert in een breder, communautair verhaal om het zwaartepunt van ons luchtvaartpatrimonium naar Wallonië te verschuiven.”