In de kijker: Yves Buysse

In de reeks ‘in de kijker’ blikken we even terug op het voorbije werkjaar. Wat hebben de parlementsleden er vooral van onthouden? Vandaag doen we dat met Yves Buysse, lid van het Vlaams Parlement, waar hij zich bezighoudt met binnenlands bestuur.
Wat ik – en hier zal mijn nieuwe functie bij de Dienst Lokale Mandatarissen niet vreemd aan zijn – zeker onthoud is dat we na de lokale verkiezingen van oktober vorig jaar eindelijk in drie gemeenten kunnen meebesturen en in één zelfs de absolute meerderheid behaalden. Alle respect en steun voor onze schepenen (en burgemeester uiteraard) die daar ongelooflijk belangrijk pionierswerk voor onze partij aan het verrichten zijn.
Daarnaast bleek het voorbije jaar ook dat politiek niet alles is. De gezondheid van twee goede collega’s in de fractie, Guy D’haeseleer en Wim Verheyden, werd immers heel zwaar op de proef gesteld. Zeer blij dat ze allebei bijna opnieuw de ‘oude’ zijn.
Wat zijn uw voorspellingen voor het komende parlementaire jaar?
Ik heb geen glazen bol maar vrees dat de kiezer die op 13 juni 2024 Vlaams en rechts gestemd heeft ook de komende politieke jaren niet echt op zijn wenken zal bediend worden. Verre van zelfs. Noch op Vlaams, noch op federaal vlak.
Een klein lichtpuntje had het écht afschaffen van de Senaat kunnen zijn. Iets waar we als Vlaams Belang als eerste voor hebben gepleit. Maar zoals het er nu uitziet wordt dit gewoon wat ‘façadepolitiek’ waarbij de instelling wel afgeschaft wordt, maar tegelijk aan de Walen beloofd is om de geldstromen via de partijfinanciering te behouden.
We zijn weerkundig nog zomer, hoe ziet een ideale zomerdag er voor u uit?
Elementen voor een geslaagde zomerdag zijn voor mij: niet echt ‘op uur staan’ en dingen kunnen doen waar ik anders (te) weinig tijd voor kan maken. Lezen van een goeie thriller (ik kan de titelsuggesties van Chris Janssens bijna niet volgen) hoort daar zeker bij. De ideale verderzetting van de dag: samen met echtgenote en zonen de fiets nemen naar het centrum van mijn mooie stad Brugge, één van de musea aandoen (het Sint-Janshospitaal blijft mijn favoriet!) om dan af te sluiten op het terras van het Bras Café.