De Lijn laat personen met beperking in de kou staan

Vanaf 1 juli erkent De Lijn de Europese handicapkaart (EDC) niet langer als toegangsbewijs voor haar flexbussen. “Een regelrechte kaakslag voor mensen die nu al moeite hebben om zich zelfstandig te verplaatsen”, stelt Vlaams Parlementslid Sarah T’Joens. Het Vlaams Belang eist dat minister Annick De Ridder (N-VA) de maatregel terugdraait en opnieuw werk maakt van een écht inclusief mobiliteitsbeleid.
De Lijn verstrengt vanaf 1 juli de toegang tot haar flexbussen voor mensen met een beperking. De maatregel houdt in dat de EDC-kaart die voordien volstond als bewijs, niet langer wordt aanvaard. “Wie erkend is als persoon met een beperking wordt nu gestraft door het misbruik van anderen. Dat is niet alleen discriminerend, dit is ronduit onrechtvaardig”, aldus T’Joens. Verschillende schrijnende getuigenissen verschenen al in de pers en op sociale media. Mensen die al jaren beroep doen op het aangepast vervoer, dreigen letterlijk aan de kant te blijven staan.
“Deze Vlaamse regering kiest duidelijk niet voor de meest kwetsbaren”
Volgens De Lijn moet de maatregel het misbruik van het systeem tegengaan. Maar in plaats van gericht op te treden tegen zwartrijders, worden nu mensen met een beperking getroffen. Vlaams Belang noemt dat compleet onaanvaardbaar. “De minister beweerde nochtans te werken aan een toegankelijk mobiliteitsbeleid. Maar wie niet kan overstappen, wordt door deze beslissing volledig buitenspel gezet”, stelt het Vlaams Parlementslid. “Beleid voeren betekent keuzes maken. En deze Vlaamse regering kiest duidelijk niet voor de meest kwetsbaren.”
Het Vlaams Belang roept minister De Ridder op om de EDC-kaart opnieuw te erkennen als geldig bewijs, en om transparant overleg te voeren met de belangenverenigingen. “Deze maatregel moet verdwijnen of minstens grondig herzien worden. Beleid mag nooit ten koste gaan van mensen met een beperking”, besluit T’Joens. “De minister moet haar verantwoordelijkheid opnemen – en snel.”