Flexibilisering arbeidsmarkt kan werken in Vlaanderen, maar niet in België

De regering-De Wever komt met een aantal maatregelen voor de flexibilisering van de arbeidsmarkt, zoals meer vrijwillige overuren, meer flexiwerken, en het herinvoeren van de proefperiode. “Waar flexibilisering goed kan zijn voor Vlaanderen, is het dat niet in Wallonië en Brussel. Deze Belgische eenheidskoek is ronduit schadelijk voor de arbeidsmarkt,” stelt Federaal Parlementslid Kurt Moons.
De regering De Wever wil beleid voeren met ‘de stok en de wortel’. Daartoe beperkt men het levenslange recht op werkloosheidsuitkering (de stok) en wil men meer mensen aan het werk (de wortel). “Om mensen sneller naar die wortel te lokken, willen ze het aanwerven van nieuwe mensen vlotter laten verlopen. In Vlaanderen kan zoiets perfect”, aldus Moons. “Maar niet in Wallonië en Brussel, waar het niet is afgestemd op de economische realiteit.”
In Brussel en Wallonië werken respectievelijk slechts 63,8 procent en 66,3 procent van de mensen. Bedroevend weinig, in vergelijking met Vlaanderen waar 78,2% werkt. In Brussel en Wallonië moet de werkzaamheidsgraad dus eerst verhoogd worden door reguliere tewerkstelling. “Mensen die niet werken, moeten een job zoeken. Dat is belangrijker dan een tweede job voor mensen die al aan het werk zijn”, gaat Moons verder. “Die flexibilisering zal dus minder nut hebben in Wallonië en Brussel. Daar heeft men nood aan een beleid dat economische groei stimuleert en jobs creëert. Alleen zo kunnen onze zuiderburen er terug bovenop geraken en ook hun steentje bijdragen.”
“De regering wil ‘mensen die meer werken’ in plaats van ‘meer mensen die werken’”
Verder blijft dé belangrijkste arbeidsmarktmaatregel uit die ons land hard nodig heeft: de verlaging van de tarieven in de personenbelasting. “Het is ronduit schandalig dat we hier 53 procent van ons inkomen afstaan, en alle overheidsdepartementen ondergefinancierd zijn”, stelt het Kamerlid. “We hebben dus de hoogste belastingen ter wereld, maar toch heeft de overheid niet genoeg geld om haar basistaken te vervullen.”
“Een echte verlaging van die tarieven in de inkomensbelasting is de enige manier om mensen netto meer te geven, en zo ook onrechtstreeks de concurrentiekracht van bedrijven te verbeteren. Maar die maatregel blijft uit, ondanks alle verkiezingsbeloftes van de N-VA hieromtrent”, besluit Moons. “Om mensen toch meer netto te gunnen, creëert men dan allerlei systemen errond, zoals flexijobs, meer overuren, en andere stelsels van fiscaal voordelig bijverdienen - weliswaar bovenop je eerste job die stevig belast wordt. Men wil dus ‘mensen die meer werken’ in plaats van ‘meer mensen die werken’. De oplossing zou het omgekeerde moeten zijn, de inactieve Brusselaars, Walen en migranten moeten zelf maar eens gaan werken voor hun centen, zodat de Vlamingen eindelijk krijgen wat ze verdienen: echt meer netto uit bruto.”