Nieuws
maandag, 24 okt 2022

”Gevangenisstraf voor vandalisme kunstvoorwerpen moet omhoog”

De gewelddaden van extreem-linkse groupuscules blijven helaas niet beperkt tot, zoals dit weekend nog, fysieke aanvallen tegen parlementsleden van het Vlaams Belang. “Ook kunstpatrimonium is tegenwoordig mikpunt van linkse agressie”, zegt fractievoorzitter in de Kamer Barbara Pas, die hierover minister van Buitenlandse Zaken en Federale Culturele Instellingen Hadja Lahbib (MR) ondervroeg. “Extra beveiligingsmaatregelen dringen zich op tegen dit vandalisme.”

Gisteren besmeurden twee zogenaamde klimaatactivisten in een Duits museum een schilderij van de impressionist Claude Monet met aardappelpuree. “Kort voordien hadden soortgelijke vandalen in Londen tomatensoep gegooid over een Vincent Van Gogh, en hadden enkele sujetten van Extinction Rebellion zich in Melbourne vastgelijmd aan een werk van Picasso”, aldus Pas. “Eerder werden ook al onder meer Het Laatste Avondmaal van Leonardo Da Vinci en andere werken van Van Gogh geviseerd.”

“Met deze barbarij combineren de daders hun extreem-linkse agenda met gericht vandalisme tegen ons erfgoed”

Het vernielen van kunstwerken om de geschiedenis en/of cultuur uit te wissen is niet nieuw. De Romeinen deden het al, maar recenter denken we aan de boekverbrandingen in nazi-Duitsland of aan terroristen van Islamitische Staat die het bekende tempelcomplex van Baal-Shamin in Palmyra vernielden.

“Het is maar een kwestie van tijd voor deze politieke misdaden zich ook zullen voordoen in dit land”, besluit Pas. “Aangezien het vernielen of vandaliseren van kunst ook een aanval inhoudt op onze geschiedenis en cultuur, moeten daar ook gepaste straffen tegenover staan. Momenteel wordt dit soort van criminele daden bestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar. Veel te weinig! Daarom diende het Vlaams Belang in de Kamer een wetsvoorstel in om die gevangenisstraf gevoelig op te trekken naar zes maanden tot drie jaar. Het Vlaams Belang zal gezien de huidige ontwikkelingen een spoedige bespreking van dit wetsvoorstel vragen.”