Slechts 18 procent van voorziene 1,65 miljard euro aangewend voor nieuwbouw sociale woningen
Tot en met eind oktober gaf de regering slechts 644 miljoen euro uit voor de bouw en renovatie van sociale woningen. Bovendien spendeerde ze slechts 290 miljoen euro aan nieuwbouw. Dat komt neer op een luttele 18 procent van de voorziene 1,65 miljard euro. “Terwijl bijna 210.000 mensen op de wachtlijst staan, blijft de Vlaamse regering falen om de voorziene ‘recordbudgetten’ effectief te benutten”, stelt Vlaams Parlementslid Michiel Awouters (Vlaams Belang). “Ondanks stoere verklaringen over een vermeende versnelling en mediashows rond die recordbedragen, blijven de Vlamingen op de wachtlijst in de kou staan.”
In totaal trok de Vlaamse regering dit jaar 1,65 miljard euro uit voor de bouw en renovatie van sociale woningen. Dit bedrag bestaat voor 650 miljoen euro uit overgedragen kredieten van 2024 en één miljard euro nieuw voorzien krediet van 2025. Van dit laatste gaf de regering nog geen euro uit. Bovendien werd minder dan de helft van het uitgegeven krediet, 290 miljoen euro, aangewend voor nieuwbouw. De rest voor renovaties. “Het renoveren van oudere sociale woningen is belangrijk”, aldus Awouters. “Maar daarmee ga je de immense wachtlijst niet rechtstreeks aanpakken.”
“Het gros van het uitgegeven budget gaat niet naar nieuwbouw”
“Het is logisch dat minister Depraetere er niet in slaagt om de voorziene bedragen om te zetten in bakstenen”, aldus nog Awouters. “Het grootste obstakel, namelijk de al zo lang gekende knelpunten op vlak van omgevingsvergunningen, wordt ook deze legislatuur niet aangepakt. Het actieprogramma inzake rechtszekere en robuuste vergunningen dat vandaag op de regeringstafel ligt, gaat geen grote verandering teweegbrengen. Dit zal het instellen van beroepsprocedures iets bemoeilijken, maar voor een wijziging die een ingrijpende impact zal hebben, is een grondwetsherziening nodig. Zolang dit niet gebeurt, zullen de voorziene kredieten jaar na jaar nooit uitgegeven geraken.”
Verder verwijst Depraetere naar een verhoging van het rentevoordeel voor sociale woningbouw van min 1 naar min 2 procent. “Dat is een positieve maatregel om meer private actoren te stimuleren om sociale woningen te bouwen”, gaat het Vlaams Parlementslid verder. “Maar ook dat gaat niet voor een ingrijpende verandering zorgen zonder het simultaan aanpakken van de eerder vernoemde vergunningenobstakels.”
“De Vlaamse regering moet eerst haar eigen huiswerk maken in plaats van lokale besturen te bestraffen”
Vanaf 1 januari 2026 treedt bovendien het nieuwe ‘Bindend Sociaal Objectief’ in werking, met strengere quota en de invoering van boetes voor gemeenten. Het Vlaams Belang is daar geen voorstander van. “Gemeenten willen vaak wel, maar botsen net als woonmaatschappijen op trage en complexe vergunningstrajecten. De Vlaamse regering moet eerst haar eigen huiswerk maken in plaats van lokale besturen te bestraffen”, zegt Awouters.
Verder wijst hij erop dat de regering eenzijdig focust op de aanbodzijde, terwijl de vraagzijde volledig buiten schot blijft. “Met een doelstelling van 56.000 sociale woningen, waarvan 11.000 vrijblijvend, tegenover een wachtlijst van bijna 210.000 mensen is het duidelijk dat dit beleid faalt.” Indien we de Vlamingen op de wachtlijst een perspectief willen bieden, is het noodzakelijk dat ook wordt ingegrepen op de vraagzijde. Het Vlaams Belang pleit voor strenge en systematische controles op buitenlandse eigendommen en vermogens bij sociale huurders, én voor het sluiten van achterpoorten in de taalvoorwaarden. “Geen Nederlands betekent geen sociale woning. Alleen zo verkleinen we de wachtlijst en zorgen we ervoor dat Vlamingen sneller geholpen worden. Doet men dat niet, dan zullen duizenden 60-plussers – meer dan één op drie van de personen op de wachtlijst is 60 plus – hun hele leven op die wachtlijst blijven staan zonder ooit een sociale woning te betrekken.”
“Ik voorspel dat we volgend jaar exact dezelfde discussie zullen hebben over de niet aangewende kredieten”, concludeert Awouters. “Alle maatregelen die momenteel voorliggen, zijn cosmetisch, maar pakken het grootste obstakel, namelijk de stroeve vergunningsprocedures, niet ingrijpend aan.”