Steeds meer Vlamingen aangewezen op sociaal vakantiesysteem
In 2024 maakten maar liefst 164.006 deelnemers gebruik van het initiatief Iedereen Verdient Vakantie. Dat zijn er duizenden meer dan het jaar voordien. Vooral in Limburg (+6,46%), Oost-Vlaanderen (+6,71%) en West-Vlaanderen (+6,72%) is de stijging het grootst. De cijfers kwamen aan het licht na een schriftelijke vraag van Vlaams Parlementslid Michiel Awouters (Vlaams Belang) aan minister van Toerisme Melissa Depraetere (Vooruit). “Dat steeds meer Vlamingen hierop moeten terugvallen, toont hoe zwaar de druk op onze gezinnen is”, reageert Awouters.
Het initiatief ‘Iedereen Verdient Vakantie’ biedt mensen in een kwetsbare financiële situatie de kans om betaalbaar op vakantie te gaan in eigen land. Wie onder andere recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming, een laag inkomen of in schuldbemiddeling zit, kan via dit systeem een vakantie boeken aan een sociaal tarief. Het aanbod wordt mogelijk gemaakt door een netwerk van sociale organisaties en toeristische partners.
“In plaats van ad-hocmaatregelen, zoals de frigobonnen, hebben we nood aan een betere financiering van de basisdiensten”
De stijging is overal zichtbaar: in Antwerpen van 8.154 naar 8.357 boekingen, in Limburg van 2.058 naar 2.191, in Oost-Vlaanderen van 4.829 naar 5.153 en in West-Vlaanderen van 2.558 naar 2.730. “Twee mogelijke oorzaken kunnen aan de basis liggen van deze stijging”, gaat het Vlaams Parlementslid verder. “Enerzijds kan dit het gevolg zijn van een bredere bekendheid van het initiatief. Anderzijds wijst dit ook op een stijgend aantal personen dat hier noodgedwongen beroep op moet doen.”
Volgens het Vlaams Belang maken deze cijfers opnieuw duidelijk dat de Vlaamse regering er niet in slaagt een structureel armoedebestrijdingsbeleid te voeren. “In plaats van allerhande ad-hocmaatregelen te nemen, zoals de frigobonnen en dergelijke hebben we nood aan een betere financiering van de basisdiensten, zoals de OCMW’s”, zegt Awouters. “Zeker met de nieuwe instroom die de OCMW’s vanaf januari te wachten staat ten gevolge van de beperking van de werkloosheid in de tijd, is dit noodzakelijk. Om een structureel armoedebestrijdingsbeleid te kunnen voeren, is het namelijk noodzakelijk dat maatschappelijk werkers voldoende tijd kunnen vrijmaken voor hun cliënten.”