Terreurstaten als Iran en Syrië vallen niet te normaliseren

Tijdens het commissiedebat over de beleidsnota Buitenlandse Zaken noemde bevoegde minister Maxime Prévot (Les Engagés) het een historische kans ‘Syrië te begeleiden naar een democratische transitie’, maar ondertussen wordt dit 'nieuwe' Syrië geleid door islamterroristen die een shariagrondwet willen invoeren. “Sharia en democratie zijn onverenigbaar”, zegt Vlaams Belang-Kamerlid Ellen Samyn. Ze waarschuwt ook voor de gevolgen van de normalisering van het Syrische regime en de ontvangst van de zogenaamde interim-president door Europese leiders als de Franse president Emmanuel Macron. "Terroristen in maatpak blijven terroristen."
Samyn hekelde in de commissie de dubbelzinnige houding tegenover Iran: "U zegt dat België sancties niet uitsluit, maar tegelijk blijft u pleiten voor dialoog met een regime dat vorig jaar bijna duizend mensen executeerde en systematisch mensenrechten schendt. Wanneer neemt deze regering eindelijk een duidelijke positie in tegen de terreurstaat Iran?"
“De regering mag meer moed tonen”
Ook de situatie in Turkije kwam aan bod. België blijft in de beleidsnota van minister Prévot Turkije beschouwen als strategische partner. “Dit terwijl oppositieleden opgesloten worden, de pers monddood is gemaakt en studenten als Esila Ayik worden opgesloten wegens vreedzaam protest”, aldus nog Samyn, “Turkije bewijst keer op keer dat het geen loyale bondgenoot en al zeker geen EU-lid kan worden, maar dat wil de regering maar niet zien.”
Samyn was ook scherp voor de naïeve houding rond Zuid-Afrika. Dat thema is brandend actueel, gezien de VS de blanke Afrikanerboeren sinds kort als vluchtelingen beschouwt en hen asiel verleent omwille van de rassendiscriminatie tegen hen. “In plaats van op te komen voor ons Zuid-Afrikaans broedervolk, doet de minister het omgekeerde: hij zwijgt in alle talen in zijn beleidsnota over de racistische anti-blanke erfaanvallen. Wij roepen de regering op om meer moed te tonen en de extreemlinkse ANC-regering op haar verantwoordelijkheid te wijzen.”