Nieuws
dinsdag, 18 okt 2022

“Van herstelbetalingen aan Congo kan geen sprake zijn”

Het Vlaams Belang zal zich met alle mogelijke middelen verzetten tegen ieder paars-groen voornemen om belastinggeld te besteden aan herstelbetalingen aan Congo. “Dit zou wel een bijzonder slecht signaal zijn in deze sociaal-economische crisis met groeiende armoede bij onze bevolking”, zegt Kamerlid Kurt Ravyts. “En het koloniaal verleden van België vóór 1960 vormde toen internationaalrechtelijk geen schending, laat staan dat de huidige inwoners van dit land aansprakelijk kunnen gehouden worden. En al helemaal niet de Vlamingen, die voor 1960 tweederangsburgers waren.”

Na de bijna oneindige reeks hoorzittingen werd gisteren in de Congocommissie de eerste reeks algemene politieke beschouwingen beëindigd. “Het is nu wachten op het ontwerp van eindrapport met concrete aanbevelingen aan de regering”, aldus Ravyts. “En dat belooft niet veel goeds. Gesteund door de elitaire hypermoralisten van Ecolo wil de PS via een achterdeur een vorm van herstelbetalingen introduceren. Een zogenaamde ‘fondation’ zou de verdere historische zoektocht naar de ‘verantwoordelijken’ financieren, evenals een extra vorm van ontwikkelingssamenwerking voor Congo, Rwanda en Burundi.”

“Er wordt over herstelbetalingen gesproken terwijl het onderzoek nog verre van volledig is”

Het Vlaams Belang blijft ondanks een actieve deelname aan de werkzaamheden van de bijzondere commissie kritisch voor een aantal van de initiële beweegredenen die geleid hebben tot de totstandkoming ervan, met name het tegemoetkomen aan een groot aantal van de maatschappelijke wensen van de zogenaamde Congolese, Rwandese en Burundese ‘diaspora’, ook geconcretiseerd in de Belgische veruitwendiging van de Black Lives Matter-beweging.

“Uiteraard erkennen we de historische verantwoordelijkheden van welbepaalde leden van het Belgisch Koningshuis en van de Belgische Staat”, vervolgt Ravyts. “En dit op het vlak van het zowel tijdens de periode van Congo-Vrijstaat als tijdens de periode van Belgische Kongo in standhouden en ontwikkelen van een koloniaal systeem dat gestoeld was op segregatie, economische uitbuiting, paternalisme ontmenselijking en mentale kolonisering.”

“Maar op het vlak van de waarheidsvinding zijn er trouwens nog tal van hiaten”, merkt Ravyts tot slot op. “We willen onder meer een onderzoek naar de omvang van de gewelddaden ten opzichte van Belgische kolonialen die zich na de onafhankelijkheid van de Republiek Congo ontegensprekelijk hebben voorgedaan. Bij koninklijk besluit van 16 juli 1960 werd een onderzoekscommissie opgericht over misdaden in de Republiek Congo vanaf 30 juni 1960. Deze commissie zou nooit een eindrapport hebben afgeleverd, maar wel enkele tussentijdse rapporten hebben opgesteld. Over deze rapporten moet volledige transparantie komen en deze gebeurtenissen en hun nasleep moeten deel kunnen uitmaken van het proces tot waarheidsvinding en het verzoeningsproces.”