VDAB betaalt meer dan 100 miljoen euro per jaar voor OCMW-trajecten zonder resultaatsgarantie
De VDAB betaalde in 2024 meer dan 100 miljoen euro aan OCMW’s voor de activering van leefloongerechtigden. Voor 2025 loopt dat bedrag verder op richting 120 miljoen euro. Sinds 2020 vloeide zo al meer dan 600 miljoen euro belastinggeld via de VDAB naar OCMW-tewerkstellingstrajecten. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Tom Lamont (Vlaams Belang) opvroeg bij Vlaams minister van Werk Zuhal Demir (N-VA). “Het gaat om enorme bedragen, terwijl de VDAB zelf zware besparingen moet doorvoeren”, stelt Lamont.
Het gaat om een combinatie van begeleidingsvergoedingen, gewone loontoelagen en verhoogde staatstoelagen in het kader van artikel 60-trajecten. Alleen al sinds 2020 werd meer dan 155 miljoen euro uitgekeerd aan begeleidingsvergoedingen en ruim 450 miljoen euro aan loontoelagen en verhoogde staatstoelagen. Jaar na jaar blijven deze bedragen stijgen, terwijl de Vlaamse regering volgens het Vlaams Belang onvoldoende duidelijk maakt waar dat geld precies terechtkomt en welke resultaten ermee worden geboekt. “Tegen 2028 moet de VDAB 80 miljoen euro besparen. Een kritische evaluatie van deze uitgaven dringt zich dan ook op”, aldus Lamont.
“Zonder een helder en resultaatsgericht activeringsbeleid dreigen deze trajecten te verworden tot bezighouding”
De kernvraag is volgens het Vlaams Belang of het wel tot de kerntaken van de VDAB behoort om OCMW’s te financieren voor de begeleiding van hun eigen leefloongerechtigden. Activering van leefloners is immers in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de lokale OCMW’s, die daarvoor al middelen ontvangen van verschillende overheden. Lamont wijst erop dat artikel 60-trajecten voor veel leefloongerechtigden geen duurzame oplossing bieden. “Na een tijdelijke tewerkstelling belanden velen opnieuw in de werkloosheid. Dat creëert een draaideur in plaats van een echte uitstroom naar de arbeidsmarkt.”
“Men financiert vandaag vooral trajecten, geen resultaten”, besluit Lamont. “OCMW’s worden vergoed voor begeleiding en tewerkstelling op papier, maar er zijn geen duidelijke streefcijfers of resultaatsverplichtingen vanuit de Vlaamse overheid. Zonder een helder en resultaatsgericht activeringsbeleid dreigen deze trajecten te verworden tot bezighouding, terwijl Vlaanderen nood heeft aan echte activering en responsabilisering.”