Nieuws
vrijdag, 18 mrt 2022

Veel gemiste kansen in nieuwe seksuele strafrecht

Donderdagavond werd in de plenaire vergadering van de Kamer het nieuwe seksuele strafrecht gestemd. “Een modernisering van het seksueel strafrecht was noodzakelijk”, zegt Kamerlid Katleen Bury. “Er zijn zeker verbeteringen aan te treffen, maar we kunnen absoluut niet akkoord gaan met een aantal versoepelingen die worden ingevoerd. Zo zal de rechtbank terug de mogelijk krijgen om een werkstraf uit te spreken in geval van verkrachting en zal het elektronisch toezicht terug worden ingevoerd bij dit laatste misdrijf.”

Het wetsontwerp voorziet in een aantal noodzakelijke verduidelijkingen en aanvullingen. “Zo worden verschillende bepalingen inzake de aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, voyeurisme en de niet-consensuele verspreiding van seksuele beelden en opnamen geharmoniseerd”, aldus Bury. “Ook wordt er een hogere strafmaat voorzien voor bepaalde seksuele misdrijven. Maar daar staat dus de mogelijkheid van een werkstraf of een enkelband na verkrachting tegenover. Onbegrijpelijk.”

“Van Quickenborne geeft met het nieuwe seksuele strafrecht wel een heel aparte invulling aan zijn adagium om justitie ‘straffer’ te maken”

“En het feit dat de (levenslange) terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank niet werd ingevoerd in de nieuwe wetgeving is al even onbegrijpelijk”, vult Kamerlid Marijke Dillen aan. “Te meer omdat minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) de invoering ervan enkele maanden geleden nog ondersteunde. Het is de enige manier om de maatschappij op permanente wijze te beschermen tegen onbehandelbare psychopate roofdieren.”

“Het valt evenmin aan de bevolking uit te leggen dat bij het bepalen van sommige straffen, geen enkele rekening meer zal gehouden moeten worden met het gerechtelijk verleden van de dader”, besluit Bury. “Ook kwam er geen verplichting voor magistraten om bij de behandeling van zedenzaken verplicht advies in te winnen aan diensten die gespecialiseerd zijn in de behandeling van seksuele delinquenten, zodat minstens een correct beeld kan worden gevormd van de dader, en daaropvolgend een passende straf kan worden uitgesproken.” Voor het Vlaams Belang was het een reden om op voormelde punten tegen te stemmen, en zich op het geheel van het wetsontwerp te onthouden.