Nieuws
donderdag, 09 jun 2022

Vlaamse regering capituleert op taaleisen anderstalige taxichauffeurs

De Vlaamse regering besliste vrijdag dat anderstalige taxichauffeurs nog eens twee jaar extra de tijd krijgen om behoorlijk Nederlands te leren. “Maar liefst 2.600 allochtone taxichauffeurs zijn nog steeds niet in regel met de in 2019 ingevoerde taalvoorwaarde, die moet garanderen dat Vlamingen in hun eigen taal bediend kunnen worden”, zegt Vlaams Parlementslid Carmen Ryheul. “Dat een regering met een Vlaams-nationalist aan het hoofd hierop toegeeft en nog eens uitstel verleent, is niet alleen een verkeerd signaal, maar gewoon slecht bestuur.

De Vlaamse regering besliste eind 2019 dat taxichauffeurs in Vlaanderen twee jaar na het bekomen van hun bestuurderspas over het taalniveau B1 zouden moeten beschikken om hun klanten in het Nederlands te kunnen bedienen. Een taalniveau B1 houdt in dat de taxichauffeur in staat moet zijn korte eenvoudige gesprekjes in het Nederlands te voeren. Meer dan 2,5 jaar na de invoering van deze verplichting blijkt echter dat veel immigranten en allochtonen niet de nodige inspanningen hebben geleverd om onze taal te leren, waardoor zo’n 2.600 bestuurderspassen riskeerden te worden ingetrokken op een totaal van 8.300. De Vlaamse regering besliste daarop de termijn om te voldoen aan de taalverplichting te verlengen tot 30 juni 2024 en het vereiste taalniveau meteen nog enigszins te verlagen van taalniveau B1 (richtgraad 2.4) naar B1 (richtgraad 2.2).

“Dat een liberale politica zoals minister van Mobiliteit Lydia Peeters verzaakt om taaleisen te laten respecteren, verbaast het Vlaams Belang niet”, zegt Ryheul. “Dat Jan Jambon als Vlaams-nationalistische minister-president dit echter ongehinderd laat passeren, is wel onbegrijpelijk.”

“Taaleisen voor Nederlands zijn blijkbaar niet belangrijk voor deze N-VA-regering”

De argumentatie van de Vlaamse regering luidt dat “de opgelegde taalvereiste B1 in de praktijk te hoog ligt voor een belangrijk gedeelte van de doelgroep” en dat de “inspanningsverbintenis om het taalniveau te realiseren niet combineerbaar is met een onregelmatige baan als die van taxibestuurder.” Volgens Ryheul zijn dit allemaal flutargumenten. ”Wat doe je hier in feite nog als je na jaren en jaren of zelfs meerdere generaties nog steeds geen Nederlands kent? Deze regering wil de Vlaamse cultuur promoten, maar slaagt er nog niet in om de taal van de Vlamingen te laten respecteren. Bovendien wordt hiermee ook het signaal gegeven dat de weigering om te integreren nog eens leidt tot extra toegevingen van de overheid.”

Ryheul laat het hier echter niet bij en zal Lydia Peeters in het Vlaams Parlement om uitleg vragen. “De minister moet niet alleen in overleg gaan met de taxisector, maar moet met bijkomende initiatieven komen om deze taaleisen te laten respecteren. Laten we ook niet vergeten dat de uiteindelijke verliezer van deze verlenging de Vlaming is, die zich in eigen land moet schikken naar de – toch wel vrij massale – weigering van allochtone chauffeurs om Nederlands te spreken of te leren.”