Persberichten
dinsdag, 29 nov 2022

Wonen in eigen streek-decreet: “Kabouterstap in goede richting voor Rand, maar zal structureel niets veranderen”

Foto: iStock. Wonen in eigen streek-decreet: “Kabouterstap in goede richting voor Rand, maar zal structureel niets veranderen”

Met het ‘Wonen in eigen streek-decreet’ (WIES) wil de Vlaamse regering de strijd tegen sociale verdringing - waarbij jonge Vlaamse gezinnen noodgedwongen plaatsmaken voor kapitaalkrachtigere nieuwkomers - opnieuw zuurstof geven. Hoewel het Vlaams Belang zich achter de goede intenties schaart, vreest de partij dat het een zeer klein druppeltje op een oververhitte plaat is. “Los van de goede bedoelingen zal het destructieve fenomeen van de sociale verdringing en de omvolking in de Rand hiermee niet worden tegengegaan”, zegt Vlaams Parlementslid Klaas Slootmans (Vlaams Belang).


De massale uittocht van jonge Vlaamse gezinnen uit onder meer de Vlaamse Rand baart het Vlaams Belang reeds jaren zorgen. In hun zoektocht naar betaalbaar vastgoed zoeken steeds meer autochtone alleenstaanden en gezinnen hun gading in het diepere en meer betaalbare binnenland. Zo maken zij plaats voor meer kapitaalkrachtige, veelal anderstalige inwoners. Uit de recentste cijfers van Binnenlandse Zaken blijkt dat het fenomeen van de uitdijende Brusselse olievlek op een absoluut recordpeil staat. Nooit eerder verhuisden zoveel Brusselaars richting Vlaamse Rand.


Om hier een antwoord op te bieden, komt de Vlaamse regering op de proppen met een hernieuwd voorstel, waarbij gemeenten met hoge woonprijzen 50 tot 100 procent van de grondwaarde van een woning kunnen sponsoren voor kandidaat-kopers die een band hebben met de gemeente en geen ‘te hoog’ inkomen hebben.

“Sociale verdringing en omvolking in de Rand wordt hiermee niet tegengegaan”

Vlaams Belang-parlementslid Klaas Slootmans vreest echter dat met dit wetgevend initiatief geen kentering teweeg zal worden gebracht. “Los van de goede bedoelingen zal het destructieve fenomeen van de sociale verdringing en de omvolking in de Rand hiermee niet worden tegengegaan.” Zo plaatst Slootmans vraagtekens bij het feit dat de regeling alleen voor gronden zal gelden in verkavelingsprojecten met minstens vijf woongelegenheden. “Slechts een verwaarloosbaar percentage van de woningvoorraad telt zoveel loten. Het toepassingsgebied is dus uiterst beperkt.”

Maar ook de vrijblijvendheid van de lokale besturen om al dan niet in de regeling te stappen, zet een rem op de impact van de maatregel, vindt Slootmans. “Dat is des te meer het geval in de Rand. Zes van de negentien randgemeenten worden bestuurd door rabiate Franstaligen. Aangezien zij net baat hebben bij een verdere verbrusseling, zullen zij allerminst geneigd zijn om beroep te doen op een decreet dat dit net tegengaat.”

Budgettaire krapte lokale besturen verhindert doelstelling decreet

Bijkomend vreest Slootmans dat de investeringsruimte van de lokale besturen het in de praktijk niet zal toelaten om uitvoering te geven aan deze nieuwe wettekst. Zo wordt bepaald dat lokale besturen voor 50 tot 100 procent kunnen tussenkomen in het grondaandeel van de woning. “Gezien de budgettaire krapte waar onze lokale besturen nu al mee kampen als gevolg van de loonindexeringen en de losgeslagen energieprijzen, is er allerminst ruimte om dergelijke enorme investeringen te financieren.”

Tot slot liggen volgens het parlementslid de inkomensgrenzen die aan kandidaat-kopers worden opgelegd te laag. Zo stelde minister voor Wonen, Diependaele dat het bruto jaarinkomen van kandidaat-kopers niet hoger mag liggen dan 45.000 euro voor een alleenstaande en 60.000 euro voor een koppel. “Het gemiddeld bruto-inkomen van zowel een alleenstaande als een koppel overstijgt vandaag al die grens. En laat het net die groep zijn die nu tussen wal en schip valt: zij verdienen te veel voor een sociale woning en te weinig voor een woonst op de private vastgoedmarkt.”

Slootmans besluit: “Wij steunen volmondig de intenties en de beweegredenen achter dit decreet. Maar wie de voorwaarden en het reële instrumentarium bekijkt, kan niet anders dan vaststellen dat het een zeer klein druppeltje op een oververhitte plaat is.”