Nieuws
woensdag, 24 nov 2021

“Regeling sportclubs is potje paniekvoetbal”

Het Vlaams Belang stelt vast dat het zogenaamde akkoord binnen de regering om de zeer gunstige fiscale regelingen voor de sportclubs en de topsporters aan te pakken, totaal onbestaande is. “Paarsgroene excellenties hebben getracht elkaar met stoere verklaringen de loef af te steken”, zegt federaal volksvertegenwoordiger Ellen Samyn. “Maar uiteindelijk hebben ze het onrechtvaardige systeem nog steeds niet aangepakt.”

“De inkt van het akkoord was nog niet droog toen MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez al duidelijk maakte dat er geen akkoord was. Een zoveelste bewijs van het gebrek aan verstandhouding binnen paarsgroen”, aldus Samyn. “En het zogenaamde akkoord werd ook al door minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) in vraag gesteld. Hij wou naar eigen zeggen de zeer gunstige regeling waarbij topsporters maar op maximaal 2.470 euro bruto inkomen RSZ betalen, veel minder dan de doorsnee werknemer in dit land, aanpakken. En hij wou - ironisch genoeg - verder gaan dan wat de regering had voorzien. We wachten er nog steeds op.”

“Vlaams Belang staat voor een eerlijke fiscaliteit bij sportclubs, waarbij iedereen naar zijn of haar mogelijkheden bijdraagt”

“Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) kon ook niet achterblijven en hij strooide in de pers met grote verklaringen om vervolgens bijna ogenblikkelijk te moeten capituleren onder druk van de grote voetbalclubs”, vervolgt Samyn. “Hij is bevoegd voor de zeer royale regeling aangaande de bedrijfsvoorheffing op de sportlonen die voor 80 procent niet moeten worden doorgestort aan de overheid, maar door de clubs moeten gebruikt worden voor ‘investeringen in de jeugd’. Controle daarop bestond niet en vooral de vele buitenlandse spelers werden ermee betaald. In eerste klasse is meer dan 60 procent van de spelers van buitenlandse origine. Dat heeft dus niets meer van doen met jeugdopleiding.”

Een eerste voorstel van Van Peteghem werd afgeschoten en hij heeft zijn doelstelling om per club maximaal vier miljoen euro korting te geven opgetrokken naar 12 miljoen euro. “Daarmee overtreedt hij niet alleen de Europese spelregels over onterechte staatssteun maar lacht hij iedere werknemer in dit land in het gezicht uit”, aldus nog Samyn. “Finaal kost die topsportregeling bijna 200 miljoen euro per jaar.”

“Het Vlaams Belang wil de topsport niet in het gedrang brengen, maar dit onrechtvaardig systeem moet op de schop”, besluit Samyn. “Dit met een overgangsperiode zodat de sportclubs hun zakenmodel kunnen aanpassen. Er moet veel meer ingezet worden op de eigen jeugdwerking. Wij willen een regeling waarbij de eerste schijf van het inkomen wordt vrijgesteld van bijdragen, zodat de amateurclubs worden gespaard.”