Drugshandelaars horen in de cel, niet in de Kruispuntbank

Het Vlaams Belang vindt het plan van minister van Middenstand, Zelfstandigen en KMO’s Eléonore Simonet (MR) om van criminelen zelfstandigen te maken, ronduit absurd. “De minister wil hen zo sociale voordelen ontzeggen en hen tot betaling van sociale bijdragen op hun criminele activiteiten verplichten”, stelt Kamerlid Kurt Moons. “Dit is niet enkel volslagen respectloos tegenover de zelfstandigen, het is ook absoluut niet de manier om criminaliteit te bestrijden.”
“Het Vlaams Belang wil uiteraard dat criminelen hard worden aangepakt, maar dit plan roept vooral heel veel vragen op”, aldus Moons, die de minister over de kwestie ondervroeg. “Drugshandel is toch geen commerciële activiteit? Hoe ga je zware criminelen raken die zich verschuilen achter vennootschappen of die zich in het buitenland ophouden? Hoeveel mensen denkt de minister hiermee te kunnen treffen? Hoeveel extra inkomsten levert dit op?”
“Zelfstandige zijn is geen straf”
Moons waarschuwt dat de maatregel het sociaal statuut van de zelfstandige ondergraaft: “Wat zegt de minister eigenlijk met dit plan? Dat zelfstandige zijn een straf is. Dat een ondernemingsnummer een sanctie is. Maar een ondernemingsnummer is geen strafblad. Wie drugs verkoopt, hoort een celstraf te krijgen, geen KBO-nummer.”
Volgens het Kamerlid is de aanpak niet alleen absurd, maar ook een kaakslag voor de honderdduizenden zelfstandigen in dit land. “Mensen die dag en nacht werken, hun bijdragen betalen en amper sociale bescherming hebben, zien hun statuut gedegradeerd worden tot een strafmaatregel voor misdadigers. Criminelen belasten alsof ze ondernemers zijn? Wat komt er straks? Een btw-nummer voor mensenhandelaars?”
“Als de regering-De Wever criminelen écht zou willen raken, moet ze meer middelen geven aan politie, parketten en rechters, en zorgen voor snellere processen, zwaardere straffen en genoeg plaats in de gevangenissen”, besluit Moons. “Zelfstandigen verdienen respect, geen nep-statuut. En laat er geen twijfel over bestaan: een drugshandelaar hoort in de cel, niet in de Kruispuntbank.”