Nieuws
woensdag, 13 okt 2021

Opleiding diergeneeskunde: “Kwaliteit bewaken en buitenlandse instroom beperken”

Het Vlaams Belang juicht toe dat er een verplicht toelatingsexamen komt voor de opleiding diergeneeskunde. Vanaf 2023 moet deze de huidige voorafgaande ijkingsproef vervangen. Dit bespaart tijd en kosten voor zowel de student in kwestie, de universiteiten als de belastingbetaler. En in dit geval is dat ook positief voor het dierenwelzijn”, zegt Vlaams Parlementslid Kristof Slagmulder. “Zo kan tevens de kwaliteit van onze internationaal aangeschreven opleidingen hoog blijven en verminderen we volksgezondheidsrisico’s. We mogen dan ook niet riskeren dat onze studies diergeneeskunde hun Europese accreditatie zouden verliezen.”

Vorige donderdag werd in de commissie Onderwijs de visienota van onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) besproken. Hierin werd voorgesteld om een verplicht toegangsexamen voor diergeneeskunde in te voeren vanaf 2023. Tot nu toe was er enkel een verplicht af te leggen ijkingsproef waarvan het resultaat niet bindend was. “Maar die ijkingsproef brengt weinig zoden aan de dijk. In 2020 slaagde slechts een kwart van de kandidaten hierop”, zegt Slagmulder. Ondanks die proeven starten nog altijd te veel studenten aan de opleiding die niet voor hen is weggelegd. Het aantal trajectstarters is in de bacheloropleiding het afgelopen decennium gestegen met 20% naar zo’n 600 studenten, terwijl het aantal jaarlijkse gediplomeerden rond de 250 schommelt en slechts met 11% steeg. De opleidingsresultaten zijn momenteel immers pover. Studenten in de bachelor diergeneeskunde hebben gemiddeld maar een studierendement dat rond de 50% ligt.

“Onze internationaal hoog aangeschreven opleidingen mogen hun Europese accreditatie niet verliezen”

Een werkgroep moet nu de verdere uitwerking concretiseren. De hamvraag is nu dus of de toelating van studenten via een ‘numerus fixus’ (een vooraf bepaald aantal studenten die de opleiding mag starten na een toelatingsexamen) dan wel via een ‘numerus clausus’ (een student mag de opleiding starten als hij slaagt voor het toelatingsexamen) zal gebeuren. Een voorafgaand advies van de hiertoe opgerichte capaciteitscommissie verkoos alvast een numerus fixus die op 240 nieuwe studenten per jaar zou liggen, naar analogie met de opleidingen arts en tandarts. “Hier kan een 'numerus fixus’ dynamisch zijn omdat het exact aantal studenten na een paar jaar kan geherevalueerd worden. En de meeste Europese landen hanteren immers dit systeem”, stelt Slagmulder.

Bevoegd minister Weyts (N-VA) is alvast voorstander, maar coalitiepartner Gwendolyn Rutten (Open Vld) toonde weliswaar veel reserves. “Raar, want haar partijgenote Maggie De Block zag daar als minister van Volksgezondheid voor de opleidingen arts en tandarts nooit graten in.” Slagmulder wijst ook nog op het probleem dat er veel Nederlanders in onze opleidingen diergeneeskunde zitten. In 2018 was zo 39 procent van de starters een Nederlander. Dat zijn studenten die in eigen land door de al bestaande ‘numerus fixus’ niet kunnen starten, en dan hier gaan studeren. "Vlaanderen betaalt zo eigenlijk de opleiding van buitenlandse dierenartsen, voornamelijk Nederlanders", besluit Slagmulder. "Hopelijk kunnen deze toelatingsexamens een indirecte stop op deze instroom vormen."