Persberichten
dinsdag, 02 feb 2021

Terreurproces Assadi: "Veiligheid en onafhankelijkheid Justitie moeten gewaarborgd worden"

Het terreurproces tegen de Iraanse diplomaat-terrorist Assadollah Assadi zet ons land onder hoogspanning. Kamerlid Ellen Samyn (Vlaams Belang) ondervraagt verschillende ministers over de zaak en de mogelijke gevolgen ervan.

Donderdag wordt de uitspraak verwacht van de Antwerpse correctionele rechtbank in de zaak tegen de Iraanse ‘diplomaat’ Assadollah Assadi en enkele medeverdachten voor het plannen van een in Parijs verijdelde terroristische aanslag in 2018 op een congres van een Iraanse oppositiegroepering.

Het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft reeds laten weten dat het een negatieve uitspraak van de rechtbank niet zal erkennen en ook de verdachte zelf heeft de Belgische politiediensten ‘gewaarschuwd’ dat geheime en gewapende groepen in Iran en de buurlanden zijn proces hier in Antwerpen nauwlettend in de gaten houden. Dat Assadi geen kleine garnaal is, blijkt ook uit de berichtgeving van gisteren over de topspion met een uitgebreid adressenboekje in heel Europa.

Samyn wil daarom van de respectievelijke ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie, Annelies Verlinden (CD&V) en Vincent Van Quickenborne (Open Vld), weten of de openbare veiligheid voldoende gegarandeerd is en of er extra veiligheidsmaatregelen genomen worden op en rond het proces en dat bovendien het algemene dreigingsniveau voor de komende periode in ons land in samenspraak met OCAD onder de loep wordt genomen.

Een tweede aspect van het terreurproces is het mogelijke verband met de zaak van de in Iran vastgehouden Zweeds-Iraanse wetenschapper Ahmadreza Djalali. Als gast-professor aan de VUB heeft hij een band met België. Iran bood naar verluidt een gevangenenruil aan. Iran probeerde in het verleden reeds vaker om politieke gevangenen als drukkingsmiddel te gebruiken.

Ellen Samyn: “Iran zal zich moeten verantwoorden tegenover de internationale gemeenschap”

Ellen Samyn zal hierover woensdag minister Van Quickenborne bijkomend ondervragen. “Met alle empathie en de grootste bezorgdheid voor het individuele dossier van Djalali, mag ons land zich niet laten afdreigen. De onafhankelijkheid van Justitie moet gegarandeerd worden” meent Ellen Samyn. “Het is in tegendeel Iran dat zich tegenover de internationale gemeenschap zal moeten verantwoorden wanneer het op een of andere manier slecht afloopt met professor Djalali. De diplomatieke en politieke druk moet opgevoerd worden op het regime”.

In die zin wendt Kamerlid Samyn zich tot slot ook tot minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmés (MR) om zich van de toestand van Djalali te vergewissen en een Europees overleg te organiseren. “Als Iraanse diplomaten kunnen optreden als terroristische agenten en aanslagen op Europees grondgebied plannen, lijkt een scrupuleuze screening van Iraanse diplomaten in Europa niet overbodig en kan een signaal nodig zijn. Niet door naar aanleiding van dit terreurproces een ordinaire gevangenenruil te organiseren met een land dat geen respect heeft voor de burgerrechten en dat zonder enige reden mensen vastzet om die dan te gebruiken om terroristen vrij te krijgen. Men zou in tegendeel kunnen overgaan tot de uitwijzing van verdacht Iraans diplomatiek personeel of eigen ambassadeurs terugtrekken. Bovendien moet meer dan ooit vastgehouden worden aan een internationale handelsboycot van het regime.”