Nieuws
donderdag, 01 apr 2021

Winkelen op afspraak: “Broodroof en oneerlijke concurrentie”

Donderdag vond in de commissie voor Economie en Werk een gedachtewisseling plaats over de aanpak van de coronacrisis en de steunmaatregelen voor bedrijven. Vlaams Parlementslid Ilse Malfroot (Vlaams Belang) uitte enkele ernstige bedenkingen bij de regels rond het winkelen op afspraak. “Er manifesteert zich oneerlijke concurrentie tussen winkels die op afspraak moeten werken en diegenen die dat niet moeten”, klonk het. “Bovendien zijn de maatregelen onrealistisch en worden handelaars van hun brood beroofd zonder dat die maatregelen gestoeld zijn op betere besmettingscijfers.”

De Vlaamse Regering nam verschillende maatregelen om de economische gevolgen van de coronacrisis te milderen door middel van steunmaatregelen voor de bedrijven. De leden van de commissie wisselden hierover met bevoegd minister Hilde Crevits (CD&V) van gedachten na de nieuwe beslissingen van het Overlegcomité vorige week. Het comité besliste onder meer dat de niet-essentiële winkels verplicht op afspraak moesten werken en een aantal andere winkels gewoon verder konden werken.

“Het wordt heel moeilijk voor zelfstandigen om gezien de geldende maatregelen alsnog hun boterham te verdienen”

Volgens het Vlaams Belang is deze regelgeving niet billijk. “Babywinkels mogen verder werken zonder afspraak, terwijl kledingwinkels voortaan op afspraak moeten werken”, reageert Malfroot. Grote tuinzaken die tuinmeubelen en dergelijke verkopen werken zonder afspraak en voor kleinere tuinwinkels die een gelijkaardig assortiment aanbieden, is het dan weer verplicht om op afspraak te werken. “Dit is oneerlijke concurrentie!”, meent Malfroot. Verschillende handelszaken beslisten gewoonweg om de deuren gesloten te houden omdat openen niet werkbaar en rendabel is. “De handelaar is wederom de dupe van de onrealistische maatregelen.”

Malfroot voorziet voorts problemen volgende week tijdens de Paasvakantie. “Ik denk aan dagjestoeristen die ongetwijfeld aan de kust zullen willen winkelen. Want indien men in grote steden wel op afspraak moet gaan en men maar een tijdsslot krijgt van een kwartier, wordt het letterlijk ‘runshoppen’”, aldus nog Malfroot. “En wat als men langer dan een kwartier wil winkelen? Wordt de toegang je dan ontzegd? Bovendien voelt de klant zich verplicht om bij winkelen op afspraak iets te kopen, wat de drempel verhoogt en deze manier van werken voor kleinere handelszaken niet rendabel maakt.

“Wij zijn dan ook voorstander om alle winkels te openen zodat iedereen zijn boterham kan verdienen”, besluit Malfroot. “Want hoe deze maatregels de cijfers zullen doen keren, is immers een ongekend gegeven.”