Nieuws
vrijdag, 04 nov 2022

“Zedendelinquenten mogen niet nabij slachtoffers wonen”

Voor het Vlaams Belang kan er geen sprake van zijn dat zedendeliquenten hun straf thuis mogen uitzitten wanneer ze in de buurt van hun slachtoffers wonen. “Dit zijn schandalige praktijken die al veel te lang hebben geduurd”, zegt Kamerlid Katleen Bury. “Op die manier worden de slachtoffers gestraft. We zullen er bij minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) op aandringen hieraan paal en perk te stellen.”

Een 37-jarige man uit Wervik zag voor de aanranding en verkrachting van verschillende meisjes uit zijn buurt zijn straf in graad van beroep verminderd van zes naar vier jaar, waarvan slechts één jaar effectief. “De man, die er samen met zijn vriendin en dochter woonde, bouwde een band op met zijn overburen en stelde voor om als babysit op te treden. Hij kocht ook computerspelletjes met als doel de kinderen te lokken, waarna hij de kinderen betastte en verkrachtte”, aldus Bury. “Dergelijke lage straffen zijn totaal onaanvaardbaar en ondergraven het vertrouwen in Justitie.”

“Een man die vlakbij de kinderen die hij verkrachtte, verblijft; dat valt niet uit te leggen aan de slachtoffers”

Bovendien zou de verkrachter nog voor zijn proces vrijgekomen zijn onder voorwaarden en kon hij zich terug in de wijk waar ook de slachtoffers woonden, vestigen. “Daar zijn geen woorden voor. De slachtoffers die niet alleen fysiek en mentaal misbruikt zijn worden zo nog maar eens het slachtoffer van dezelfde dader”, vervolgt Bury. “Het zou de logica zelve moeten zijn dat ingeval van zedenfeiten de dader minsten buiten een bepaalde perimeter van het slachtoffer zou moeten wonen. Het kan dus allerminst dat een verkrachter zijn straf thuis uitzit met een enkelband, in de buurt van het slachtoffer.”

“Ook het feit dat de aan de man opgelegde voorwaarden werden versoepeld zonder de slachtoffers hierover te informeren, kan allerminst aanvaard worden”, merkt Bury tot slot op. “Het Vlaams Belang zal dan ook per direct een vraag richten aan Van Quickenborne, met het verzoek om zo snel mogelijk het gepaste initiatief te nemen zodat deze hallucinante toestanden niet meer kunnen plaatsvinden.”