Vlaams Belang wil maximumfactuur in secundair onderwijs

Nu het nieuwe schooljaar van start is gegaan, wijst het Vlaams Belang opnieuw op de alsmaar toenemende schoolkosten in het secundair onderwijs. Deze lopen al snel op tot 1.950 euro per jaar. “Steeds meer gezinnen moeten kiezen tussen het betalen van schoolfacturen en basisbehoeften. Dat is onaanvaardbaar”, zegt Vlaams Parlementslid Michiel Awouters. “Onderwijs is een maatschappelijke investering in onze kinderen en onze toekomst; het moet dan ook voor de ouders betaalbaar blijven.”
Terwijl in het kleuter- en basisonderwijs een maximumfactuur van toepassing is, is er geen plafond in het secundair onderwijs. Daar loopt de factuur op tot 1.200 à 1.950 euro per jaar. Steeds meer gezinnen ervaren moeilijkheden om deze te betalen. “Maar liefst 10 procent van de kinderen in Vlaanderen groeit op in een gezin met een verhoogd armoederisico. Dat brengt niet alleen financiële stress met zich mee, maar ook neveneffecten die het risico op studieachterstand vergroten”, gaat Awouters verder. “Om de kosten te drukken, zullen deze mensen bijvoorbeeld sneller geneigd zijn om hun kinderen in te schrijven in een school die of een studiedomein dat goedkoper is, ook al past die keuze niet bij de capaciteiten en noden van hun kind of bij de pedagogische visie van de ouders. Om die reden pleit het Vlaams Belang voor de invoering van een naar studiedomein gediversifieerde maximumfactuur in het secundair onderwijs.”
Volgens Vlaams Parlementslid Jan Laeremans is er deze legislatuur wél degelijk politiek momentum voor een maximumfactuur. “We ijveren hier al jaren voor, maar stuitten vorige legislatuur telkens op een njet van minister en meerderheid. Vandaag liggen de kaarten anders. Ten eerste zit er met Vooruit nu een partij in deze regering die de maximumfactuur in het secundair ook in haar programma heeft staan. Helaas lieten ze die eis vallen tijdens de onderhandelingen en kozen ze in de plaats voor het gratis schoolmaaltijdenplan, een ineffectieve symboolmaatregel waar geen draagvlak voor is bij lokale besturen en scholen. Ten tweede merk ik tussen de lijnen door dat de huidige minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) in tegenstelling tot haar partij persoonlijk eigenlijk niet gekant is tegen een maximumfactuur”, stelt Laeremans. “Bewijs hiervan is dat ze met het nieuwe Digiplan – de opvolger van de Digisprong van minister Weyts – al een prijsplafond heeft ingesteld op de kosten die scholen mogen doorrekenen aan de ouders voor digitale leermiddelen. De regering noemt het een ‘referentieprijs’, maar eigenlijk komt het neer op een maximumfactuur. Als deze regering dit dus kan instellen voor laptops, waarom dan niet meteen voor alle leermiddelen?”
“Als er een prijsplafond kan komen voor laptops, waarom dan niet voor alle leermiddelen?”
Naast een maximumfactuur is er volgens Laeremans ook nood aan meer transparantie over buitenschoolse kosten die via de bijdrageregeling worden doorgerekend. “Ouders moeten duidelijk geïnformeerd weten wat wel en niet binnen de maximumfactuur valt en daar ook voldoende inspraak in hebben”, aldus het Vlaams Parlementslid. “Maar nog belangrijker: tegenover maximumfactuur moet ook een duidelijk financieel kader staan. Scholen moeten voldoende werkingsmiddelen krijgen om hun kerntaken te vervullen want de voorbije legislaturen is daar enorm op bespaard.”
Awouters benadrukt daarbij dat de maximumfactuur een corrigerende maatregel is, maar geen wijziging mag betekenen in de kerntaak van het onderwijs. “Armoedebestrijding is geen inherente kerntaak van het onderwijs, scholen dienen niet om een sociale agenda uit te voeren, zoals socialistische onderwijsministers eertijds probeerden. Maar als financiële drempels de leer- en ontwikkelingskansen van bepaalde kinderen in de weg staan, dan moet de overheid dit zoveel als mogelijk trachten te remediëren. Kwaliteitsvol onderwijs bestaat erin om de potentialiteit die in elke leerling zit - maar die bij elke leerling verschilt - zoveel als mogelijk in de gegeven omstandigheden realiteit te maken. Niet financiële overwegingen en drempels, maar de competenties en interesses van een kind moeten de schoolloopbaan bepalen”, besluit hij. “De overheid dient ter zake haar verantwoordelijkheid op te nemen in samenspraak met het onderwijsveld. Om die reden is de invoering van een maximumfactuur in het secundair onderwijs noodzakelijk.”