In Brussel werd Youssef Belhadj gearresteerd, een 28-jarige Marokkaan tegen wie een internationaal arrestatiebevel was uitgevaardigd wegens zijn betrokkenheid bij de aanslagen op pendeltreinen op 11 maart 2004 in Madrid. Daarbij vielen 191 doden.
Belhadj werkte vermoedelijk in opdracht van Al Qaeda. Hij stond op de video waarin de massamoord in Madrid werd opgeëist. Belhadj zou ook in contact gestaan hebben met een groep fundamentalisten van de Groupe Islamique Combattant Marocain (GICM) uit Maaseik. Hij was al eerder aangehouden omdat hij meegewerkt zou hebben aan een reeks aanslagen van de GICM tegen joodse ‘doelwitten’ in Cassablanca. Maar hij was – ongelooflijk genoeg! – in voorlopige vrijheid gesteld. Zijn proces over de aanslagen van de GICM zou in de loop van dit jaar beginnen. Waarschijnlijk wordt hij intussen uitgeleverd aan Spanje.
We weten dat de wet op de voorlopige hechtenis gemakkelijk misbruikt kan worden. Maar het getuigt van een schrikbarende lichtzinnigheid zo’n gevaarlijke verdachte gewoon vrij te laten in afwachting van zijn proces. Als men érgens voorhechtenis moet toepassen, dan is het toch wel in zo’n geval. De wetgeving in België is absoluut niet aangepast aan de terroristische dreiging. Dat geldt trouwens voor de meeste Europese landen.