“Als Kuregem in het nieuws komt, is het met molotovcocktails tegen lijnbussen, bendegeweld en in het beste geval cannabiskwekerijen. Nooit met goed nieuws. Het is de rotte plek van het toch al niet zo fraaie Anderlecht.” Met die zinnen begint een reportage in Het Laatste Nieuws van afgelopen zaterdag (29 maart). Het krantenartikel schetst een ontluisterend beeld van de Anderlechtse wijk Kuregem, waar de werkloosheid oploopt tot 80 procent en waar 83 procent van de inwoners vreemdeling zijn.
Gaston, een Vlaamse inwoner van Kuregem die verder liever anoniem blijft, vertelt hoe erg het is gesteld. “Kuregem was een halve eeuw geleden nog het Sillicon Valley van Brussel. Van de hele provincie, eigenlijk. De rijkste, meest welvarende gemeente. (…) Tot in de jaren ’70 hebben wij hier de echte Siciliaanse maffia gehad, met peetvaders en al, die in witte limousines rondgereden werden. Er werd toen geregeld een lijk in een dichtgelast vat in het kanaal gevonden.” Maar zelfs dat was niets in vergelijking met de toestand vandaag.
Als de journalist opmerkt dat het allemaal nog lijkt mee te vallen, zegt Gaston: “Verstop uw persplaat. En vooral: neem géén foto’s.” De interviewer begrijpt vlug waarom: “De steenweg over, slaat de sfeer om; naar grimmig. Het lijkt alsof we een ander land binnenrijden, waar nooit bezoekers komen. Op elke straathoek: groepjes jongeren, die zich bukken en in onze auto kijken, en ons blijven nastaren tot, bij het volgende kruispunt, een volgende wachtpost het overneemt.” “Zelfs de politie gaat die driehoek ’s nachts niet meer binnen,” aldus Gaston. “Tenzij het écht moét, en dan met drie-vier ploegen tegelijk, om elkaar te beschermen. Het is een vrijstaat. Een ‘no go’-zone. De wet wordt er op straat gemaakt. Door de bendes.” En die bendes hebben zo hun eigen wetten en gebruiken, zo blijkt. “Doelbewuste, systematische terreur. Bewoners wegpesten. Als je je auto parkeerde, kon je er vergif op innemen dat binnen het kwartier je ruiten waren ingegooid. Ze kladden nieuwe straatnaambordjes op de gevels: ‘Rue des Désolés,’ stond er. ‘Quartier des Morts’. Graffiti, in hoekig Frans: ‘We geven niet op tot de flikken ook hier niet meer durven komen’.” De man toont zich ontgoocheld in de politiek. “Ik ben verschrikkelijk ontgoocheld door links. Ecolo. De socialisten. Die weten waar hun kiezers zitten, hier, en ze durven ze niet tegen de haren in te strijken. Als er op de ergste plekken camerabewaking wordt voorgesteld, is het van privacy en mensenrechten. Eigenlijk is dat een schande.”
Net vandaag kopt De Standaard: ‘Brussel geen onveilige stad’. De hoofdcommissaris van de Brusselse politie schetst een uitgesproken positief beeld over de veiligheid in de hoofdstad. “Het is belangrijk om feiten van fictie te onderscheiden,” luidt het. “Er bestaan geen no go-zones in Brussel.” Dat men dát maar eens gaat vertellen aan de weinige Vlamingen die nog niet uit Kuregem en zovele andere Brusselse wijken zijn weggevlucht…